Een tijdje terug kwam in het nieuws dat Den Haag van plan is om een straat naar Pim Fortuyn te noemen. Voor- en tegenstanders buitelden meteen over elkaar heen. De ene groep vond het hoog tijd dat Fortuyn vernoemd zou worden, en dan het liefst in een statige straat in de buurt van het Binnenhof. De andere groep was juist van mening dat Fortuyn een haatzaaier was die vanwege zijn controversiële uitspraken helemaal niet bij Den Haag past.
In de hele discussie ging een detail verloren: de gemeente Den Haag had helemaal nog niet concreet besloten om een straat naar hem te noemen, maar alleen nog maar vastgesteld dat hij op een lijst met te vernoemen personen zou komen. Burgemeester Krikke vertelde dat er ook bij: "Wanneer er nieuwe straatnaamgeving benodigd is met het juiste naamgevingsthema, is Pim Fortuyn een van de kandidaten voor vernoeming". Veel gemeentes hebben zo'n 'wachtlijst' met kandidaten en het kan jaren duren voordat er daadwerkelijk een straat naar een persoon op die lijst wordt genoemd. Soms komt het er zelfs helemaal niet van. Erik Hazelhoff Roelfzema (de Soldaat van Oranje) staat sinds 2017 ook al op de Haagse lijst met straatnaamkandidaten maar is ook nog niet vernoemd. Dat Fortuyn nu op die lijst is geplaatst, is dus gewoon een zoethoudertje en betekent verder nog niet zo veel.
Gemeentes houden er niet van om straatnamen te veranderen, want dat levert alleen maar kosten en gedoe op. Bewoners gaan klagen en eisen een schadevergoeding, en de naam moet tegenwoordig in tientallen systemen worden aangepast. Alleen als er zwaarwegende redenen zijn en de bestaande straatnaam écht niet meer kan, besluit men wel eens om een straat een andere naam te geven. Voor de mensen op de lijst met te vernoemen personen geldt dus dat ze rustig moeten wachten tot er ergens een nieuwe straat wordt aangelegd. En die straat moet dan ook nog eens liggen in een omgeving waar de andere straten passen bij die van de te vernoemen persoon. Je gaat geen straat noemen naar een politicus in de componistenbuurt of naar een sportheld in de bomenbuurt. Soms ontdekt een gemeente ergens een naamloos stukje openbare ruimte dat geen naam draagt en dat dus nog vernoemd kan worden. Bij sporters die met een gouden medaille thuiskomen van de Olympische Spelen zie je nog wel eens dat er in hun geboortedorp een rotonde, wandelpad of plantsoen naar hen wordt genoemd. Dat kan makkelijk want daar zijn geen adressen aan, dus daar heeft niemand last van. Misschien dat er in Den Haag nog wel ergens een naamloos pad of pleintje is dat ze naar Fortuyn kunnen noemen, maar je zult zien dat mensen dan weer gaan klagen dat die plek onvoldoende uitstraling heeft.
Iets dergelijks gebeurde in Rotterdam. Daar werd op 6 mei 2012 - precies tien jaar na zijn dood - het straatnaambord van de Pim Fortuynplaats onthuld. Die naam werd gegeven aan een naamloos pleintje langs de Korte Hoogstraat in de Rotterdamse binnenstad. Een deel van de Fortuyn-aanhangers vond het pleintje tussen de hoge gebouwen veel te nietig, en de vernoeming dus niet echt een eerbetoon. We zijn inmiddels weer bijna tien jaar verder, en de Pim Fortuynplaats in Rotterdam is nog steeds de enige straat in Nederland die naar Fortuyn genoemd is. Heel misschien komt daar binnenkort een Haagse straat of rotonde bij.
In de hele discussie ging een detail verloren: de gemeente Den Haag had helemaal nog niet concreet besloten om een straat naar hem te noemen, maar alleen nog maar vastgesteld dat hij op een lijst met te vernoemen personen zou komen. Burgemeester Krikke vertelde dat er ook bij: "Wanneer er nieuwe straatnaamgeving benodigd is met het juiste naamgevingsthema, is Pim Fortuyn een van de kandidaten voor vernoeming". Veel gemeentes hebben zo'n 'wachtlijst' met kandidaten en het kan jaren duren voordat er daadwerkelijk een straat naar een persoon op die lijst wordt genoemd. Soms komt het er zelfs helemaal niet van. Erik Hazelhoff Roelfzema (de Soldaat van Oranje) staat sinds 2017 ook al op de Haagse lijst met straatnaamkandidaten maar is ook nog niet vernoemd. Dat Fortuyn nu op die lijst is geplaatst, is dus gewoon een zoethoudertje en betekent verder nog niet zo veel.
Gemeentes houden er niet van om straatnamen te veranderen, want dat levert alleen maar kosten en gedoe op. Bewoners gaan klagen en eisen een schadevergoeding, en de naam moet tegenwoordig in tientallen systemen worden aangepast. Alleen als er zwaarwegende redenen zijn en de bestaande straatnaam écht niet meer kan, besluit men wel eens om een straat een andere naam te geven. Voor de mensen op de lijst met te vernoemen personen geldt dus dat ze rustig moeten wachten tot er ergens een nieuwe straat wordt aangelegd. En die straat moet dan ook nog eens liggen in een omgeving waar de andere straten passen bij die van de te vernoemen persoon. Je gaat geen straat noemen naar een politicus in de componistenbuurt of naar een sportheld in de bomenbuurt. Soms ontdekt een gemeente ergens een naamloos stukje openbare ruimte dat geen naam draagt en dat dus nog vernoemd kan worden. Bij sporters die met een gouden medaille thuiskomen van de Olympische Spelen zie je nog wel eens dat er in hun geboortedorp een rotonde, wandelpad of plantsoen naar hen wordt genoemd. Dat kan makkelijk want daar zijn geen adressen aan, dus daar heeft niemand last van. Misschien dat er in Den Haag nog wel ergens een naamloos pad of pleintje is dat ze naar Fortuyn kunnen noemen, maar je zult zien dat mensen dan weer gaan klagen dat die plek onvoldoende uitstraling heeft.
Iets dergelijks gebeurde in Rotterdam. Daar werd op 6 mei 2012 - precies tien jaar na zijn dood - het straatnaambord van de Pim Fortuynplaats onthuld. Die naam werd gegeven aan een naamloos pleintje langs de Korte Hoogstraat in de Rotterdamse binnenstad. Een deel van de Fortuyn-aanhangers vond het pleintje tussen de hoge gebouwen veel te nietig, en de vernoeming dus niet echt een eerbetoon. We zijn inmiddels weer bijna tien jaar verder, en de Pim Fortuynplaats in Rotterdam is nog steeds de enige straat in Nederland die naar Fortuyn genoemd is. Heel misschien komt daar binnenkort een Haagse straat of rotonde bij.
Reacties