Er wordt de laatste tijd op allerlei plekken gediscussieerd over straatnamen en standbeelden die verwijzen naar ons koloniale verleden. Sommige mensen willen alles uit ons straatbeeld verwijderen wat naar kolonialisme en slavernij verwijst. Anderen willen dat alles zo blijft, omdat die dingen juist een belangrijk onderdeel uitmaken van onze geschiedenis en onze identiteit. Maar wat vind ik daar nou van, zo wordt mij wel gevraagd. In dit artikel geef ik mijn bespiegelingen over dit onderwerp. Ik zal daar ook wat relevante straatnaamachtergronden en voorbeelden van andere straatnaamdiscussies bij halen.
Om te beginnen: net als de zwartepietendiscussie mist de discussie over 'koloniale straatnamen' vaak de nodige nuance. Mensen nemen extreme standpunten in en onderbouwen die met zwaar aangezette argumenten. Bovendien worden er ook feiten verdraaid of verzonnen - niet alles wat geroepen wordt is even waar. Ik heb al iemand horen betogen dat de Karel Doormanstraat hernoemd zou moeten worden, omdat die in de zeeheldenbuurt ligt "en al die zeehelden waren piraten en slavenhandelaren". Karel Doorman overleed weliswaar in de buurt van Indonesië; dat was echter niet zoals bij de andere zeehelden in de zeventiende eeuw, maar in de Tweede Wereldoorlog. Ik heb ook al iemand horen verkondigen dat alle straten die naar Rembrandt van Rijn genoemd zijn een andere naam moeten krijgen, omdat hij schilderspigment gebruikte dat door slaven was gemaakt. En ik heb zelfs ook iemand horen roepen dat het misschien maar beter is om alle straten die naar personen genoemd zijn aan te passen, "want dan ben je van de hele discussie af". Jaja.
Zo heb ik ook ergens gelezen dat de verering van zeehelden uit de Gouden Eeuw helemaal niet historisch is maar pas in het midden van de negentiende eeuw op gang kwam, wat zou blijken uit het feit dat zeeheldenbuurten zich nooit in historische binnensteden bevinden. Zeehelden uit de zeventiende eeuw werden eerder echter ook al vereerd: Michiel de Ruyter, Piet Hein, Jan van Galen werden bijvoorbeeld bij leven al als helden gezien en kregen allen kort na hun dood een praalgraf. De werkelijke reden dat ze pas veel later een straatnaam kregen, is dat de gewoonte om personen te vernoemen in Nederland sowieso pas in de loop van de negentiende eeuw ontstond. Daarvoor werden straten eigenlijk alleen naar personen genoemd als ze er woonden of een stuk grond hadden, maar in de negentiende eeuw begon met straten te noemen naar staatslieden, componisten, dichters en zeehelden. In diezelfde periode begon men trouwens ook straten te noemen naar de koloniën zelf, zoals de Javastraat en het Surinameplein, maar daar hoor je dan weer niemand over.
Andere discussies over straatnamen
Het is interessant om eens te kijken hoe men in het verleden bij andere politieke discussies over straatnamen heeft gehandeld. Er wordt bijvoorbeeld regelmatig discussie gevoerd over de straatnamen in Transvaalbuurten en Afrikaanderwijken. Vanaf 1900 zijn er in tientallen plaatsen in Nederland straten genoemd naar personen die een belangrijke rol speelden in de Boerenoorlogen. Denk aan namen zoals Kruger, Pretorius, De la Rey en Botha. Men zag hen in Nederland als helden en er werden door het hele land straten naar genoemd. Toen in de jarig zeventig het protest tegen het apartheidsregime groeide, ging men anders kijken naar de rol van de Boeren. Er gingen stemmen op dat alle straatnamen die naar die periode verwezen gewijzigd zouden moeten worden, maar de gemeentes zagen daar vaak geen reden voor. Uiteindelijk werden er in een paar uitzonderingsgevallen straatnamen hernoemd, maar men koos er meestal voor om de bestaande namen te behouden en daarnaast nieuwe straten te noemen naar activisten die tegen de apartheid streden, zoals Nelson Mandela, Steve Biko en Albert Luthuli.
De laatste tien jaar hoor je ook vaker geluiden dat het niet eerlijk is dat er zo veel straten naar mannen zijn genoemd en zo weinig naar vrouwen. Daar is een simpele verklaring voor. Straatnamen verwijzen immers naar het verleden en in het verleden waren de toonaangevende beroepen vaak nog typische mannenberoepen. Dat kun je eerlijk vinden of niet, maar op die manier geven de straatnamen een afspiegeling van onze geschiedenis. De personen die die straatnamen bedachten waren waarschijnlijk ook allemaal mannen, maar ik geloof niet dat ze bewust een oneerlijke verdeling nastreefden. Er is naar mijn weten nooit serieus over gesproken om 'mannen-straten' te hernoemen naar 'vrouwen-straten'. Maar er zijn wel nieuwe wijken aangelegd waar alle straten naar vrouwen zijn genoemd, om zo het evenwicht te herstellen. Als er straten naar een bepaald soort personen worden genoemd (zoals wetenschappers of schrijvers) zoekt men tegenwoordig vaak ook wat bewuster naar vrouwen die binnen dat thema vernoemd kunnen worden.
Oproepen en verzoeken om een straatnaam te veranderen komen overigens bijna altijd van mensen die zelf niet in die straat wonen. Bewoners van een straat zijn zelf meestal wel tevreden met hun straatnaam en zien geen noodzaak om die aan te passen. Dat geldt zelfs voor de bewoners van de Ajaxstraat in Rotterdam!
Heldendaden of wandaden?
De vraag of een straatnaamvernoeming wel gepast is, wordt tegenwoordig veel gesteld bij figuren zoals Jan Pieterszoon Coen, Michiel de Ruyter en Piet Hein. Deze drie historische helden zijn samen goed voor bijna driehonderd straatnamen in Nederland. Er zijn op tientallen plekken straten en pleinen genoemd naar Jan Pieterszoon Coen; het bekendste voorbeeld is de Coentunnel bij Amsterdam. Maar was Coen nou een VOC-held of stiekem gewoon een gewelddadige kolonisator? Was Piet Hein een zeeheld of zouden we hem tegenwoordig een piraat noemen? En hoe goed of slecht was Michiel de Ruyter nou echt? Die vragen zijn lastig eenduidig te beantwoorden, want ieder verhaal heeft meerdere kanten.
Ik begrijp wel dat gemeentes het niet direct nodig vinden om dergelijke straatnamen te hernoemen. De vraag is wat zwaarder weegt: de heldendaden of de wandaden die de persoon verricht heeft. Van iemand die vol passie streed voor vrijheid, volk en vaderland en ons land bevrijdde van het juk van een tiran, zullen we de wandaden gemakkelijker relativeren en vergeven. Veel van de personen die nu in discussies voorbijkomen, deden dingen die door hun tijdgenoten van hen verwacht werden en die in hun tijd als normaal werden gezien. Als het alleen zo is dat iemands daden in een andere tijd ineens in een ander perspectief worden gezien, moet je terughoudend zijn met het hernoemen van de straat. Je zou zo’n hernoeming als geschiedvervalsing kunnen zien – je kunt toch niet ontkennen dat we die personen ooit als helden zagen, en ze misschien nog steeds zo zien. Het lijkt mij daarom beter om de namen te behouden en zo de geschiedenis erachter zichtbaar te houden.
Bekijk het eens van een andere kant. Er zijn in Nederland tientallen straten genoemd naar personen zoals Fokker, Philips en Heineken. Moderne Nederlanders met een 'VOC-mentaliteit', om het zo maar te zeggen, en in 2004 allemaal genomineerd voor de verkiezing van Grootste Nederlander aller tijden. Het is best denkbaar dat men daar over honderd jaar heel anders over denkt. Misschien wel omdat hun ondernemingen groot werden met het gebruik van fossiele brandstoffen, wat heel normaal was maar over honderd jaar misschien wel als verwerpelijk wordt gezien. En Fokker stond als luchtvaartpioneer natuurlijk ook aan de basis van de enorm milieuvervuilende vliegvaart - best kans dat men daar later anders naar kijkt. Moeten hun straatnamen dan ook weer worden aangepast?
Wanneer worden straatnamen wel aangepast?
Het is niet zo dat ik helemaal geen reden zie om straatnamen aan te passen. Als van een vernoemde held nieuwe informatie bekend wordt waarmee het überhaupt nooit tot een vernoeming zou zijn gekomen als die informatie eerder bekend was geweest, dan is het een ander verhaal. Een bekend voorbeeld van een straatnaam die om die reden werd aangepast, is de Stalinlaan in Amsterdam. Na de Tweede Wereldoorlog werden drie straten genoemd naar de drie leiders van de geallieerden: Churchill, Roosevelt en Stalin. Maar in de jaren daarna bleek Stalin veel minder vriendelijk dan we dachten, en in 1956 besloot men om de Stalinlaan te hernoemen en er Vrijheidslaan van te maken. Aan die naam kun je je geen buil vallen. Tegenwoordig wordt er ook wel eens gesteld dat Churchill eigenlijk geen straatnamen verdient. We zijn hem dankbaar voor zijn rol in de Tweede Wereldoorlog, maar anderen denken bij zijn naam vooral aan zijn wrede koloniale bewind in Brits Indië. In Nederland lijkt die dankbaarheid vooralsnog te overheersen.
In 2010 was er volop aandacht voor seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk. Er werden na uitgebreid onderzoek allerlei gevallen bekend van misbruik door pastoors en (hulp)bisschoppen. Op een aantal plekken in het land hebben gemeentes besloten om straten die naar die geestelijke genoemd waren aan te passen. In Vasse werd de Pastoor Visserstraat bijvoorbeeld gewijzigd in de Schoolkolk. Ik snap dat wel: als het misbruik bij het vaststellen van de oorspronkelijke naam al bekend was geweest, had men die straat destijds natuurlijk nooit naar hem genoemd. Maar het zou veel te ver gaan om meteen maar alle straten die naar pastoors genoemd zijn een nieuwe naam te geven.
En dus?
Het is niet handig en verstandig om straatnamen aan te passen onder invloed van modetrends of een opleving in politieke discussies. Misschien dat straten die je nu hernoemt over een tijdje dan weer een andere naam moeten krijgen, en zo kun je wel bezig blijven. Het aanpassen van een straatnaam levert behoorlijk wat kosten en gedoe op: de wijziging moet in een heleboel bestanden en administraties worden doorgevoerd en er moet een vergoeding worden betaald aan bewoners en bedrijven die hun adres overal moeten laten wijzigen. Het is niet voor niks dat bij het vernoemen van een straat naar een persoon vaak de regel wordt gehanteerd dat die persoon minimaal tien jaar dood moet zijn. Als iemand al wat fout heeft gedaan tijdens zijn leven dan moet dat in die periode na zijn dood toch wel bekend zijn geworden. Die periode geldt ook als een bezinningsperiode, waarmee wordt voorkomen dat al te veel in een opwelling wordt gehandeld.
Straatnamen worden niet naar personen genoemd om ze te vereren, maar om ze te herinneren en herdenken. Dat neemt natuurlijk niet weg dat het wel een eer is als er een straat naar je wordt genoemd. Maar je moet niet in één klap een hele periode uit onze nationale geschiedenis uit onze herinnering willen wegvagen. Je kunt niet stellen dat alle figuren uit een bepaalde periode slecht waren, en je kunt dat zelfs niet zeggen van alle zee-admiraals of legerleiders. Je kunt je wel verdiepen in individuele gevallen om te kijken of hun wandaden zwaarder wegen dan hun heldendaden, zoals bij Stalin en pastoor Visser.
Straatnamen houden de geschiedenis zichtbaar, dus die moet je dus niet zo maar aanpassen. Bij het aanpassen van straatnamen moet je sowieso niet over één nacht ijs gaan. En je moet ook niet alle straatnamen over één kam scheren.
Zo heb ik ook ergens gelezen dat de verering van zeehelden uit de Gouden Eeuw helemaal niet historisch is maar pas in het midden van de negentiende eeuw op gang kwam, wat zou blijken uit het feit dat zeeheldenbuurten zich nooit in historische binnensteden bevinden. Zeehelden uit de zeventiende eeuw werden eerder echter ook al vereerd: Michiel de Ruyter, Piet Hein, Jan van Galen werden bijvoorbeeld bij leven al als helden gezien en kregen allen kort na hun dood een praalgraf. De werkelijke reden dat ze pas veel later een straatnaam kregen, is dat de gewoonte om personen te vernoemen in Nederland sowieso pas in de loop van de negentiende eeuw ontstond. Daarvoor werden straten eigenlijk alleen naar personen genoemd als ze er woonden of een stuk grond hadden, maar in de negentiende eeuw begon met straten te noemen naar staatslieden, componisten, dichters en zeehelden. In diezelfde periode begon men trouwens ook straten te noemen naar de koloniën zelf, zoals de Javastraat en het Surinameplein, maar daar hoor je dan weer niemand over.
Andere discussies over straatnamen
Het is interessant om eens te kijken hoe men in het verleden bij andere politieke discussies over straatnamen heeft gehandeld. Er wordt bijvoorbeeld regelmatig discussie gevoerd over de straatnamen in Transvaalbuurten en Afrikaanderwijken. Vanaf 1900 zijn er in tientallen plaatsen in Nederland straten genoemd naar personen die een belangrijke rol speelden in de Boerenoorlogen. Denk aan namen zoals Kruger, Pretorius, De la Rey en Botha. Men zag hen in Nederland als helden en er werden door het hele land straten naar genoemd. Toen in de jarig zeventig het protest tegen het apartheidsregime groeide, ging men anders kijken naar de rol van de Boeren. Er gingen stemmen op dat alle straatnamen die naar die periode verwezen gewijzigd zouden moeten worden, maar de gemeentes zagen daar vaak geen reden voor. Uiteindelijk werden er in een paar uitzonderingsgevallen straatnamen hernoemd, maar men koos er meestal voor om de bestaande namen te behouden en daarnaast nieuwe straten te noemen naar activisten die tegen de apartheid streden, zoals Nelson Mandela, Steve Biko en Albert Luthuli.
De laatste tien jaar hoor je ook vaker geluiden dat het niet eerlijk is dat er zo veel straten naar mannen zijn genoemd en zo weinig naar vrouwen. Daar is een simpele verklaring voor. Straatnamen verwijzen immers naar het verleden en in het verleden waren de toonaangevende beroepen vaak nog typische mannenberoepen. Dat kun je eerlijk vinden of niet, maar op die manier geven de straatnamen een afspiegeling van onze geschiedenis. De personen die die straatnamen bedachten waren waarschijnlijk ook allemaal mannen, maar ik geloof niet dat ze bewust een oneerlijke verdeling nastreefden. Er is naar mijn weten nooit serieus over gesproken om 'mannen-straten' te hernoemen naar 'vrouwen-straten'. Maar er zijn wel nieuwe wijken aangelegd waar alle straten naar vrouwen zijn genoemd, om zo het evenwicht te herstellen. Als er straten naar een bepaald soort personen worden genoemd (zoals wetenschappers of schrijvers) zoekt men tegenwoordig vaak ook wat bewuster naar vrouwen die binnen dat thema vernoemd kunnen worden.
Oproepen en verzoeken om een straatnaam te veranderen komen overigens bijna altijd van mensen die zelf niet in die straat wonen. Bewoners van een straat zijn zelf meestal wel tevreden met hun straatnaam en zien geen noodzaak om die aan te passen. Dat geldt zelfs voor de bewoners van de Ajaxstraat in Rotterdam!
Heldendaden of wandaden?
De vraag of een straatnaamvernoeming wel gepast is, wordt tegenwoordig veel gesteld bij figuren zoals Jan Pieterszoon Coen, Michiel de Ruyter en Piet Hein. Deze drie historische helden zijn samen goed voor bijna driehonderd straatnamen in Nederland. Er zijn op tientallen plekken straten en pleinen genoemd naar Jan Pieterszoon Coen; het bekendste voorbeeld is de Coentunnel bij Amsterdam. Maar was Coen nou een VOC-held of stiekem gewoon een gewelddadige kolonisator? Was Piet Hein een zeeheld of zouden we hem tegenwoordig een piraat noemen? En hoe goed of slecht was Michiel de Ruyter nou echt? Die vragen zijn lastig eenduidig te beantwoorden, want ieder verhaal heeft meerdere kanten.
Ik begrijp wel dat gemeentes het niet direct nodig vinden om dergelijke straatnamen te hernoemen. De vraag is wat zwaarder weegt: de heldendaden of de wandaden die de persoon verricht heeft. Van iemand die vol passie streed voor vrijheid, volk en vaderland en ons land bevrijdde van het juk van een tiran, zullen we de wandaden gemakkelijker relativeren en vergeven. Veel van de personen die nu in discussies voorbijkomen, deden dingen die door hun tijdgenoten van hen verwacht werden en die in hun tijd als normaal werden gezien. Als het alleen zo is dat iemands daden in een andere tijd ineens in een ander perspectief worden gezien, moet je terughoudend zijn met het hernoemen van de straat. Je zou zo’n hernoeming als geschiedvervalsing kunnen zien – je kunt toch niet ontkennen dat we die personen ooit als helden zagen, en ze misschien nog steeds zo zien. Het lijkt mij daarom beter om de namen te behouden en zo de geschiedenis erachter zichtbaar te houden.
Bekijk het eens van een andere kant. Er zijn in Nederland tientallen straten genoemd naar personen zoals Fokker, Philips en Heineken. Moderne Nederlanders met een 'VOC-mentaliteit', om het zo maar te zeggen, en in 2004 allemaal genomineerd voor de verkiezing van Grootste Nederlander aller tijden. Het is best denkbaar dat men daar over honderd jaar heel anders over denkt. Misschien wel omdat hun ondernemingen groot werden met het gebruik van fossiele brandstoffen, wat heel normaal was maar over honderd jaar misschien wel als verwerpelijk wordt gezien. En Fokker stond als luchtvaartpioneer natuurlijk ook aan de basis van de enorm milieuvervuilende vliegvaart - best kans dat men daar later anders naar kijkt. Moeten hun straatnamen dan ook weer worden aangepast?
Wanneer worden straatnamen wel aangepast?
Het is niet zo dat ik helemaal geen reden zie om straatnamen aan te passen. Als van een vernoemde held nieuwe informatie bekend wordt waarmee het überhaupt nooit tot een vernoeming zou zijn gekomen als die informatie eerder bekend was geweest, dan is het een ander verhaal. Een bekend voorbeeld van een straatnaam die om die reden werd aangepast, is de Stalinlaan in Amsterdam. Na de Tweede Wereldoorlog werden drie straten genoemd naar de drie leiders van de geallieerden: Churchill, Roosevelt en Stalin. Maar in de jaren daarna bleek Stalin veel minder vriendelijk dan we dachten, en in 1956 besloot men om de Stalinlaan te hernoemen en er Vrijheidslaan van te maken. Aan die naam kun je je geen buil vallen. Tegenwoordig wordt er ook wel eens gesteld dat Churchill eigenlijk geen straatnamen verdient. We zijn hem dankbaar voor zijn rol in de Tweede Wereldoorlog, maar anderen denken bij zijn naam vooral aan zijn wrede koloniale bewind in Brits Indië. In Nederland lijkt die dankbaarheid vooralsnog te overheersen.
In 2010 was er volop aandacht voor seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk. Er werden na uitgebreid onderzoek allerlei gevallen bekend van misbruik door pastoors en (hulp)bisschoppen. Op een aantal plekken in het land hebben gemeentes besloten om straten die naar die geestelijke genoemd waren aan te passen. In Vasse werd de Pastoor Visserstraat bijvoorbeeld gewijzigd in de Schoolkolk. Ik snap dat wel: als het misbruik bij het vaststellen van de oorspronkelijke naam al bekend was geweest, had men die straat destijds natuurlijk nooit naar hem genoemd. Maar het zou veel te ver gaan om meteen maar alle straten die naar pastoors genoemd zijn een nieuwe naam te geven.
En dus?
Het is niet handig en verstandig om straatnamen aan te passen onder invloed van modetrends of een opleving in politieke discussies. Misschien dat straten die je nu hernoemt over een tijdje dan weer een andere naam moeten krijgen, en zo kun je wel bezig blijven. Het aanpassen van een straatnaam levert behoorlijk wat kosten en gedoe op: de wijziging moet in een heleboel bestanden en administraties worden doorgevoerd en er moet een vergoeding worden betaald aan bewoners en bedrijven die hun adres overal moeten laten wijzigen. Het is niet voor niks dat bij het vernoemen van een straat naar een persoon vaak de regel wordt gehanteerd dat die persoon minimaal tien jaar dood moet zijn. Als iemand al wat fout heeft gedaan tijdens zijn leven dan moet dat in die periode na zijn dood toch wel bekend zijn geworden. Die periode geldt ook als een bezinningsperiode, waarmee wordt voorkomen dat al te veel in een opwelling wordt gehandeld.
Straatnamen worden niet naar personen genoemd om ze te vereren, maar om ze te herinneren en herdenken. Dat neemt natuurlijk niet weg dat het wel een eer is als er een straat naar je wordt genoemd. Maar je moet niet in één klap een hele periode uit onze nationale geschiedenis uit onze herinnering willen wegvagen. Je kunt niet stellen dat alle figuren uit een bepaalde periode slecht waren, en je kunt dat zelfs niet zeggen van alle zee-admiraals of legerleiders. Je kunt je wel verdiepen in individuele gevallen om te kijken of hun wandaden zwaarder wegen dan hun heldendaden, zoals bij Stalin en pastoor Visser.
Straatnamen houden de geschiedenis zichtbaar, dus die moet je dus niet zo maar aanpassen. Bij het aanpassen van straatnamen moet je sowieso niet over één nacht ijs gaan. En je moet ook niet alle straatnamen over één kam scheren.
Reacties