Er zijn in Nederland nauwelijks winkelstraten die gewoon Winkelstraat heten en dat is best opmerkelijk. De straat bij de kerk heet vaak Kerkstraat, de straat langs het station bijna altijd Stationsstraat en op het industrieterrein ligt de Industriestraat. Maar boodschappen doe je vaak gewoon in de Dorpsstraat, de Steenstraat, de Peppelweg of op het Wilhelminaplein. Waarom zijn er zo weinig winkelstraten die Winkelstraat heten?
Heel vroeger ontstonden straatnamen gewoon op straat. Ze werden vaak genoemd naar herkenningspunten zoals belangrijke gebouwen, prominente bewoners of de handel die er werd gedreven. Aan die tijd hebben we straatnamen overgehouden zoals Vissteeg, Beestenmarkt, Boterbrug en Wijnhaven - je kunt wel zien wat daar vroeger verhandeld werd. Er bestaan ook wel een paar oude Winkelstraten, maar die werden zo genoemd omdat er een opvallende knik in de straat zat (en 'winkel' is een oud woord voor hoek, zoals ook in 'winkelhaak').
De term 'winkelstraat' komt al voor in documenten uit de zeventiende eeuw, maar dan nog vooral in reisverslagen als synoniem voor 'bazaar'. Zo schreef Olfert Dapper (van de Amsterdamse Dapperstraat, wat toevallig ook een winkelstraat is) in 1672 al over 'winkelstraeten' in Azië. Pas in de negentiende eeuw worden ook Nederlandse straten veelvuldig als 'winkelstraat' aangeduid. Maar in die tijd werd er in Nederland al veel bewuster over straatnamen nagedacht, en ontstonden ze dus niet meer zo maar in de volksmond. Een van de weinige uitzonderingen ligt in Eindhoven. Omdat buurtbewoners hun straat met winkels altijd de 'winkelstraat' noemden (en de echte straatnaam soms niet eens kenden) werd de naam in 1929 officieel gewijzigd in Winkelstraat.
Tegenwoordig krijgen nieuwe winkelstraten meestal namen die aansluiten bij de straatnamen in de rest van de wijk, en vaak probeert men daarbij ook wel een beetje origineel te zijn. Heel soms krijgt zo'n winkelstraat nog een speciale naam zoals de Woonboulevard in Almelo en de Beurstraverse in Rotterdam. Die laatste werd in de volksmond trouwens als snel 'Koopgoot' genoemd, een eigentijdse variant op de Winkelstraat.
Heel vroeger ontstonden straatnamen gewoon op straat. Ze werden vaak genoemd naar herkenningspunten zoals belangrijke gebouwen, prominente bewoners of de handel die er werd gedreven. Aan die tijd hebben we straatnamen overgehouden zoals Vissteeg, Beestenmarkt, Boterbrug en Wijnhaven - je kunt wel zien wat daar vroeger verhandeld werd. Er bestaan ook wel een paar oude Winkelstraten, maar die werden zo genoemd omdat er een opvallende knik in de straat zat (en 'winkel' is een oud woord voor hoek, zoals ook in 'winkelhaak').
De term 'winkelstraat' komt al voor in documenten uit de zeventiende eeuw, maar dan nog vooral in reisverslagen als synoniem voor 'bazaar'. Zo schreef Olfert Dapper (van de Amsterdamse Dapperstraat, wat toevallig ook een winkelstraat is) in 1672 al over 'winkelstraeten' in Azië. Pas in de negentiende eeuw worden ook Nederlandse straten veelvuldig als 'winkelstraat' aangeduid. Maar in die tijd werd er in Nederland al veel bewuster over straatnamen nagedacht, en ontstonden ze dus niet meer zo maar in de volksmond. Een van de weinige uitzonderingen ligt in Eindhoven. Omdat buurtbewoners hun straat met winkels altijd de 'winkelstraat' noemden (en de echte straatnaam soms niet eens kenden) werd de naam in 1929 officieel gewijzigd in Winkelstraat.
Tegenwoordig krijgen nieuwe winkelstraten meestal namen die aansluiten bij de straatnamen in de rest van de wijk, en vaak probeert men daarbij ook wel een beetje origineel te zijn. Heel soms krijgt zo'n winkelstraat nog een speciale naam zoals de Woonboulevard in Almelo en de Beurstraverse in Rotterdam. Die laatste werd in de volksmond trouwens als snel 'Koopgoot' genoemd, een eigentijdse variant op de Winkelstraat.
(Dit artikel verscheen eerder als column in Hart van Holland.)
Reacties
De eerste winkelstraten ontstonden doordat bestaande woonhuizen in een straat één voor één werden voorzien van een winkelpui. Dat was een geleidelijk proces waarbij er ook panden overgeslagen werden. Waarschijnlijk werden hoekpanden als eerste verbouwd. Zo'n straat had ook in de volksmond al een naam voordat de eerste winkel geopend werd. Dat verklaart mijns inziens waarom een een winkelstraat geen Winkelstraat heet.