De schrijver Ferdinand Bordewijk is bekend van werken zoals Blokken, Bint en Karakter. Veel mensen kennen hem ook van de opvallende achternamen die hij voor zijn karakters bedacht zoals Dreverhaven, Katadreuffe, Ypsilinti en Van der Karbargenbok. Prachtige namen die nooit in het echt bestaan hebben en allemaal door Bordewijk verzonnen zijn. Bordewijk hield wel van die bijzondere namen. Wist je dat Bordewijk zo ook een heleboel echte straatnamen bedacht heeft voor de gemeente Den Haag?
Bordewijk wist van zichzelf dat hij overgevoelig was voor bepaalde namen en ook over straatnamen had hij een sterke mening. De bestaande straatnamen waren volgens hem ambtelijk, fantasieloos en saai. Wie wil er nou in de Sinaasappelstraat of de Tomatenstraat wonen? Dat kon beter. Hij vond dat straatnamen niet te lang moesten zijn, mooi moesten klinken en liefst ook een beetje tot de verbeelding moesten spreken. Het achtervoegsel -straat vond hij lelijk en overbodig. Het kon toch niet moeilijk zijn om een beetje fantasie te gebruiken en mooie en beeldende, maar toch eenvoudige straatnamen te bedenken? In de jaren vijftig voegde hij de daad bij het woord en begon hij de gemeente Den Haag - waar hij zelf woonde - te bestoken met brieven en stukken in de krant. De timing was goed, want Den Haag groeide flink en er zouden dus aardig wat nieuwe straatnamen bijkomen. Eind 1955 stuurde hij de gemeente een compleet pakket met 24 lijsten met in totaal 439 straatnamen! Genoeg voor Den Haag om jaren mee vooruit te kunnen.
Omdat hij er zo hard aan had gewerkt, geef ik je een uitgebreid inkijkje in de lange lijst van Bordewijk. Hij stelde de volgende straatnamen voor:
Bordewijk sprak altijd geringschattend over straatnamen zoals de Sinaasappelstraat, want dat soort namen vond hij maar simpel en het achtervoegsel -straat was zelfs overbodig. Het is daarom wel verrassend dat hij zelf namen zoals de Pinguindreef en de Atoomweg voorstelt, want die lijken toch net zo gewoontjes. Hij vond ook dat straatnamen niet te moeilijk moesten zijn, maar hij introduceerde wel wat onbekende nieuwe begrippen. Ook daar had hij een verhaal bij: "voor straatnamen met een niet aanstonds duidelijk begrip kan toch op den duur een opvoedkundige waarde uitgaan". Daar ben ik het helemaal mee eens. Bordewijk veroorloofde het zich ook om wat grapjes te maken en verwijzingen naar zijn eigen werk in de lijst op te nemen. In de wijk met namen die op -rust eindigen, stelde hij bijvoorbeeld tussen Duinrust en Vrederust ook de straatnaam Zondagsrust voor. En hij opperde ook om een straat Noorderlicht te noemen, wat ook de titel is van zijn roman uit 1948. Het is eigenlijk wel verrassend (en jammer) dat er geen Dreverhaven of Bordewijk op zijn lijst stond.
Een bedenkelijke weg
Het voorstel van Bordewijk leverde aardig wat discussie op in de Haagse gemeenteraad. Er waren raadsleden die niks van deze "fantasienamen" moesten hebben. Met alle respect voor Bordewijk, maar "de straatnaamgeving moet geschieden met behulp van reële namen" en anders ging men "een bedenkelijke weg op". Als je 'met de kennis van nu' naar zijn voorstellen kijkt, lijkt het wel mee te vallen hoe vernieuwend Bordewijk is. Je ziet dat hij varieert met de achtervoegsels en de wijken voor de herkenbaarheid opbouwt rond één soort achtervoegsel, maar dat gebeurt tegenwoordig wel vaker. En straten noemen naar wateren, schepen, gereedschappen, sterren of vogels, dat kennen we ook. Het levert een heleboel straatnamen op die je tegenwoordig zo in een nieuwbouwwijk zou kunnen tegenkomen, maar in die tijd waren ze echt behoorlijk vernieuwend.
Ondanks alle discussies besloot de gemeenteraad toch om een aantal namen van de lange lijst van Bordewijk te gebruiken. Waarschijnlijk speelde het hierbij mee dat men het niet aandurfde om het uitgebreide voorstel van de gerespecteerde inwoner van de stad helemaal te negeren. Men koos wel voor de wat meer veilige thema's en bracht er nog wat wijzigingen in aan. Zo koos men voor de siermaterialen, maar men voegde daar zelf amethist, diamant en ivoor aan toe, en het achtervoegsel werd gewijzigd van -erf naar -horst. In de lijst met volkeren voegde men de Hongaren toe, voor de Hongarenburg. En bij de vrouwennamen bedacht men naast Grada, Olga, Paula, Hendrina, Ursula en Roberta zelf nog Isabella, Elvira, Digna, Catharina en Margaretha erbij; allemaal netjes op een -a zoals Bordewijk dat graag zag.
De namen werden in 1957 gebruikt voor straten in de nieuwe Haagse wijk Mariahoeve, op de plek waar voorheen een boerderij stond die 'Mariahoeve' heette. In de wijk kwam een buurt met straatnamen zoals Hendrinaland, Ursulaland en Robertaland. Het verhaal gaat dat deze straten zijn genoemd naar de koeien van de boer die de Mariahoeve bestierde. En anders zouden de namen toch wel zijn genoemd naar zijn dochters of zussen. Maar je weet nu dat er niets waar is van die verhalen. In werkelijkheid zijn deze straatnamen voor een groot deel bedacht door de beroemde Bordewijk.
En Bordewijk zelf?
Er zijn in Nederland veertien plaatsen waar straten naar Bordewijk zelf zijn genoemd. Acht hiervan eindigen op -straat, hoewel Bordewijk daar zelf dus niks van moest hebben. Gelukkig hebben ze daar in Den Haag zelf wel rekening mee gehouden: aan de rand van de wijk Mariahoeve ligt de Bordewijklaan.
Voor dit verhaal heb ik dankbaar gebruik gemaakt van het boekje "Schaduw, Stemming en Stil water - Bordewijk en de Haagse straatnamen" van Elly Beukenhorst-Kamp (uit 1989).
Omdat hij er zo hard aan had gewerkt, geef ik je een uitgebreid inkijkje in de lange lijst van Bordewijk. Hij stelde de volgende straatnamen voor:
- Bouwkundige namen op -hof, zoals Arkadehof, Galerijhof en Vensterhof
- Nederlandse wateren op -bron, zoals Amstelbron, Maasbron en Vlietbron
- Schepen op -weg, zoals Fregatweg, Kotterweg, Tjalkweg en een Kofplein
- Houtsoorten op -hout, zoals Beukenhout, Eikenhout en Rozenhout
- Gereedschappen op -pad, zoals Beitelpad, Houweelpad en Zaagpad
- Kernfysica op -weg, zoals Atoomweg, Neutronweg en Electronweg
- Vrouwennamen op -land, zoals Annaland, Ireneland en Suzannaland
- Siermaterialen op -erf, zoals Ambererf, Opaalerf en Robijnerf
- Vogels op -dreef, zoals Albatrosdreef, Dododreef en Nachtzwaluwdreef
- Sterren en sterrenbeelden op -weg, zoals Eenhoornweg, Kompasweg en Poolsterweg
- Dampkring zonder uitgang, zoals Aurora, Avondrood en Bries
- Volkeren op -burg, zoals Belgenburg, Finnenburg en Ierenburg
- Kleuren op -treek, zoals Blauwe Treek, Rode Treek en Vermiljoentreek
- Bergen op -weg, zoals Alpenweg, Oeralweg en Vogezenweg
- Italiaanse namen op -wal, zoals Arnowal, Ebrowal en Palermowal
- Namen uit West-Nieuw Guinea op -baan, zoals Arfakbaan, Biakbaan en Meraukebaan
- Namen uit Suriname en de Nederlandse Antillen zonder uitgang zoals Albina, Bonaire en Saba
- Woorden op -rust, zoals Duinrust, Vrederust en Zondagsrust
- Woorden op -tuinen, zoals Bloementuinen, Houttuinen en Timmertuinen
- Woorden op -oord, zoals Boomoord, Rustoord en Zandoord
- Woorden op -geer, zoals Cirkelgeer, Delftse Geer en Zuidgeer
- Oude namen die elders verdwenen waren zoals Buitenom, Plantage en Uileboom
- Overige namen zoals Binnenduin, Duivenslag, Hoge Bomen, Lentepunt, Nieuwsticht, Thuiskomst, Schaduw, Stemming en Stil Water
Bordewijk sprak altijd geringschattend over straatnamen zoals de Sinaasappelstraat, want dat soort namen vond hij maar simpel en het achtervoegsel -straat was zelfs overbodig. Het is daarom wel verrassend dat hij zelf namen zoals de Pinguindreef en de Atoomweg voorstelt, want die lijken toch net zo gewoontjes. Hij vond ook dat straatnamen niet te moeilijk moesten zijn, maar hij introduceerde wel wat onbekende nieuwe begrippen. Ook daar had hij een verhaal bij: "voor straatnamen met een niet aanstonds duidelijk begrip kan toch op den duur een opvoedkundige waarde uitgaan". Daar ben ik het helemaal mee eens. Bordewijk veroorloofde het zich ook om wat grapjes te maken en verwijzingen naar zijn eigen werk in de lijst op te nemen. In de wijk met namen die op -rust eindigen, stelde hij bijvoorbeeld tussen Duinrust en Vrederust ook de straatnaam Zondagsrust voor. En hij opperde ook om een straat Noorderlicht te noemen, wat ook de titel is van zijn roman uit 1948. Het is eigenlijk wel verrassend (en jammer) dat er geen Dreverhaven of Bordewijk op zijn lijst stond.
Een bedenkelijke weg
Het voorstel van Bordewijk leverde aardig wat discussie op in de Haagse gemeenteraad. Er waren raadsleden die niks van deze "fantasienamen" moesten hebben. Met alle respect voor Bordewijk, maar "de straatnaamgeving moet geschieden met behulp van reële namen" en anders ging men "een bedenkelijke weg op". Als je 'met de kennis van nu' naar zijn voorstellen kijkt, lijkt het wel mee te vallen hoe vernieuwend Bordewijk is. Je ziet dat hij varieert met de achtervoegsels en de wijken voor de herkenbaarheid opbouwt rond één soort achtervoegsel, maar dat gebeurt tegenwoordig wel vaker. En straten noemen naar wateren, schepen, gereedschappen, sterren of vogels, dat kennen we ook. Het levert een heleboel straatnamen op die je tegenwoordig zo in een nieuwbouwwijk zou kunnen tegenkomen, maar in die tijd waren ze echt behoorlijk vernieuwend.
Ondanks alle discussies besloot de gemeenteraad toch om een aantal namen van de lange lijst van Bordewijk te gebruiken. Waarschijnlijk speelde het hierbij mee dat men het niet aandurfde om het uitgebreide voorstel van de gerespecteerde inwoner van de stad helemaal te negeren. Men koos wel voor de wat meer veilige thema's en bracht er nog wat wijzigingen in aan. Zo koos men voor de siermaterialen, maar men voegde daar zelf amethist, diamant en ivoor aan toe, en het achtervoegsel werd gewijzigd van -erf naar -horst. In de lijst met volkeren voegde men de Hongaren toe, voor de Hongarenburg. En bij de vrouwennamen bedacht men naast Grada, Olga, Paula, Hendrina, Ursula en Roberta zelf nog Isabella, Elvira, Digna, Catharina en Margaretha erbij; allemaal netjes op een -a zoals Bordewijk dat graag zag.
De namen werden in 1957 gebruikt voor straten in de nieuwe Haagse wijk Mariahoeve, op de plek waar voorheen een boerderij stond die 'Mariahoeve' heette. In de wijk kwam een buurt met straatnamen zoals Hendrinaland, Ursulaland en Robertaland. Het verhaal gaat dat deze straten zijn genoemd naar de koeien van de boer die de Mariahoeve bestierde. En anders zouden de namen toch wel zijn genoemd naar zijn dochters of zussen. Maar je weet nu dat er niets waar is van die verhalen. In werkelijkheid zijn deze straatnamen voor een groot deel bedacht door de beroemde Bordewijk.
En Bordewijk zelf?
Er zijn in Nederland veertien plaatsen waar straten naar Bordewijk zelf zijn genoemd. Acht hiervan eindigen op -straat, hoewel Bordewijk daar zelf dus niks van moest hebben. Gelukkig hebben ze daar in Den Haag zelf wel rekening mee gehouden: aan de rand van de wijk Mariahoeve ligt de Bordewijklaan.
Voor dit verhaal heb ik dankbaar gebruik gemaakt van het boekje "Schaduw, Stemming en Stil water - Bordewijk en de Haagse straatnamen" van Elly Beukenhorst-Kamp (uit 1989).
Reacties
Nee, dat zou ik niet willen concluderen. Hij was daarmee misschien een voorloper, maar zeker niet de enige. Sterker nog: de gemeente liet in reactie op zijn voorstel weten dat ze die achtervoegsels wel leuk vonden en dat ze daar zelf ook al een tijdje over na aan het denken waren.
Belgenburg stond wel op de longlist van Bordewijk, net als Vlamenburg en Walenburg. Waarschijnlijk vond de commissie het wat overdreven om naast Vlamen en Walen ook nog Belgen te vernoemen terwijl er nog zo veel andere volkeren zijn. De Hongaren bijvoorbeeld.
Zie mijn reactie op de opmerking van Wouter hierboven. Bordewijk was misschien een voorloper, maar zeker niet de enige. 'Atoomweg' is gewoontjes en saai, maar dat zijn 'Tomatenstraat' en 'Sinaasappelstraat' (beide straatnamen in Den Haag) ook, en die dateren uit de jaren 20. En tegelijk met Bordewijk ontstonden ook op andere plekken ideeën voor straatnamen zonder échte straatnaamachtervoegsels. In Rotterdam kwam halverwege de jaren 50 bijvoorbeeld een wijk met straatnamen zoals Drakenstein, Kraayenstein en Hulkestein.
Ik zal eens kijken of ik binnenkort een artikel over deze ontwikkeling kan schrijven.