Sommige duo's zijn zo onafscheidelijk dat het moeilijk is om je de ene helft van het duo voor de stellen zonder de ander erbij te zien. Heb je ooit Peppi gezien zonder Kokki? En wat is Bassie zonder Adriaan? Over die laatste twee zingen ze niet voor niks: "zie je Bassie gaan, dan komt Adriaan eraan". Die twee gaan namelijk nooit bij elkaar uit de buurt. Als er ergens straten naar zo'n duo worden genoemd, zullen die straten toch ook wel bij elkaar in de buurt liggen?
Er zijn in Nederland geen straten genoemd naar Peppi en Kokki of naar Bassie en Adriaan. Maar er zijn wel tientallen plaatsen waar straten zijn genoemd naar een ander bekend duo van wat langer geleden: het schrijversduo Betje Wolff en Aagje Deken. Betje Wolff werd geboren in 1738 en Aagje Deken een paar jaar later in 1741. Betje trouwde in 1759 met de predikant en schrijver Adriaan Wolff, die ruim dertig jaar ouder was. Na zijn overlijden in 1777 ging Betje samenwonen met Aagje, die ze net een jaar daarvoor voor het eerst had ontmoet. Ze woonden eerst samen in De Rijp, maar daarna ook nog in Beverwijk, in Frankrijk en in Den Haag. Ze hadden allebei al werken geschreven voordat ze samen gingen wonen, maar ze zijn het bekendste door de werken die ze samen schreven. Hun bekendste werk is de briefroman 'Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart' uit 1782. Aagje Wolff en Betje Deken zouden bij elkaar blijven tot hun dood in 1804, en zelfs toen weken ze niet ver van elkaar: ze overleden negen dagen na elkaar.
Er zijn in Nederland 43 plaatsen waar straten naar Betje en Aagje zijn genoemd. Bijna altijd is dat in een wijk waar de straten naar beroemde Nederlandse schrijvers zijn genoemd, maar soms ook in een wijk waar alle straten speciaal naar vrouwen zijn genoemd. In Vlissingen - waar Betje Wolff is geboren - liggen een Betje Wolffplein en een Aagje Dekenstraat. In Goirle liggen een Betje Wolffpad en een Aagje Dekenpad, in Delft een Betje Wolfflaan en Aagje Dekenlaan, en in Heerhugowaard een Betje Wolfftuin en een Aagje Dekentuin. En zo hebben ze allebei een eigen straat in tientallen andere plaatsen van Amstelveen tot Almere, van Barneveld tot Bussum, van Groningen tot Gorinchem en van Zaandam tot Zwolle. Vaak liggen de twee straten dicht bij elkaar; ze liggen in elkaars verlengde, parallel aan elkaar of de een komt op de ander uit. In die plaatsen kun je - vrij naar Bassie en Adriaan - zingen: "zie je de Aagjestraat gaan, dan komt de Betjestraat eraan". In Den Haag - waar Aagje en Betje de laatste jaren van hun leven samen woonden - hebben ze een Aagje Dekenlaan en een Betje Wolffstraat, met daartussen drie voetbalvelden en een Sara Burgerhartweg. De naam van die weg is dan wel weer mooi toepasselijk genoemd naar hun beroemdste romanpersonage.
In drie plaatsen hebben ze zich er iets makkelijker vanaf gemaakt: daar hebben ze gewoon één straat naar Aagje en Betje samen genoemd. Zo hebben ze in Beverwijk - waar de dames samen woonden - een Wolff en Dekenstraat. In Driehuis hebben ze een Wolff en Dekenlaan en in Utrecht ligt een Wolff en Dekenplein. In die drie plaatsen zijn Aagje en Betje pas écht onafscheidelijk.
Er zijn echter ook plaatsen waar op wonderlijke wijze maar één van de twee vrouwen een straatnaam heeft gekregen. In Arnhem, Voorschoten en Zutphen moet Aagje het in haar eentje doen, zonder Betje. In Bilthoven en Hilversum is het juist andersom; daar is Betje alleen. Waarom zou je bij zo'n onafscheidelijk duo voor één van de twee kiezen? In Hilversum is dat in ieder geval geen bewuste keuze geweest. In 1951 werd daar de Betje Wolfflaan aangelegd. Het was de bedoeling dat in het verlengde een Aagje Dekenlaan zou komen te liggen, maar dat bouwplan is simpelweg nooit doorgegaan.
De namen van Betje Wolff en Aagje Deken zijn zó aan elkaar verbonden, dat het makkelijk is om hun namen te verwarren. Is het je opgevallen dat ik hierboven een keer hun voornamen heb verwisseld en "Aagje Wolff en Betje Deken" heb geschreven? Ik had het stiekem wel leuk gevonden als er ergens een plaats was geweest waar ze dat met de straatnamen hadden gedaan: een Aagje Wolffstraat en Betje Dekenstraat. Ik ben benieuwd of veel mensen dat zouden merken.
Er zijn in Nederland geen straten genoemd naar Peppi en Kokki of naar Bassie en Adriaan. Maar er zijn wel tientallen plaatsen waar straten zijn genoemd naar een ander bekend duo van wat langer geleden: het schrijversduo Betje Wolff en Aagje Deken. Betje Wolff werd geboren in 1738 en Aagje Deken een paar jaar later in 1741. Betje trouwde in 1759 met de predikant en schrijver Adriaan Wolff, die ruim dertig jaar ouder was. Na zijn overlijden in 1777 ging Betje samenwonen met Aagje, die ze net een jaar daarvoor voor het eerst had ontmoet. Ze woonden eerst samen in De Rijp, maar daarna ook nog in Beverwijk, in Frankrijk en in Den Haag. Ze hadden allebei al werken geschreven voordat ze samen gingen wonen, maar ze zijn het bekendste door de werken die ze samen schreven. Hun bekendste werk is de briefroman 'Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart' uit 1782. Aagje Wolff en Betje Deken zouden bij elkaar blijven tot hun dood in 1804, en zelfs toen weken ze niet ver van elkaar: ze overleden negen dagen na elkaar.
Er zijn in Nederland 43 plaatsen waar straten naar Betje en Aagje zijn genoemd. Bijna altijd is dat in een wijk waar de straten naar beroemde Nederlandse schrijvers zijn genoemd, maar soms ook in een wijk waar alle straten speciaal naar vrouwen zijn genoemd. In Vlissingen - waar Betje Wolff is geboren - liggen een Betje Wolffplein en een Aagje Dekenstraat. In Goirle liggen een Betje Wolffpad en een Aagje Dekenpad, in Delft een Betje Wolfflaan en Aagje Dekenlaan, en in Heerhugowaard een Betje Wolfftuin en een Aagje Dekentuin. En zo hebben ze allebei een eigen straat in tientallen andere plaatsen van Amstelveen tot Almere, van Barneveld tot Bussum, van Groningen tot Gorinchem en van Zaandam tot Zwolle. Vaak liggen de twee straten dicht bij elkaar; ze liggen in elkaars verlengde, parallel aan elkaar of de een komt op de ander uit. In die plaatsen kun je - vrij naar Bassie en Adriaan - zingen: "zie je de Aagjestraat gaan, dan komt de Betjestraat eraan". In Den Haag - waar Aagje en Betje de laatste jaren van hun leven samen woonden - hebben ze een Aagje Dekenlaan en een Betje Wolffstraat, met daartussen drie voetbalvelden en een Sara Burgerhartweg. De naam van die weg is dan wel weer mooi toepasselijk genoemd naar hun beroemdste romanpersonage.
In drie plaatsen hebben ze zich er iets makkelijker vanaf gemaakt: daar hebben ze gewoon één straat naar Aagje en Betje samen genoemd. Zo hebben ze in Beverwijk - waar de dames samen woonden - een Wolff en Dekenstraat. In Driehuis hebben ze een Wolff en Dekenlaan en in Utrecht ligt een Wolff en Dekenplein. In die drie plaatsen zijn Aagje en Betje pas écht onafscheidelijk.
Er zijn echter ook plaatsen waar op wonderlijke wijze maar één van de twee vrouwen een straatnaam heeft gekregen. In Arnhem, Voorschoten en Zutphen moet Aagje het in haar eentje doen, zonder Betje. In Bilthoven en Hilversum is het juist andersom; daar is Betje alleen. Waarom zou je bij zo'n onafscheidelijk duo voor één van de twee kiezen? In Hilversum is dat in ieder geval geen bewuste keuze geweest. In 1951 werd daar de Betje Wolfflaan aangelegd. Het was de bedoeling dat in het verlengde een Aagje Dekenlaan zou komen te liggen, maar dat bouwplan is simpelweg nooit doorgegaan.
De namen van Betje Wolff en Aagje Deken zijn zó aan elkaar verbonden, dat het makkelijk is om hun namen te verwarren. Is het je opgevallen dat ik hierboven een keer hun voornamen heb verwisseld en "Aagje Wolff en Betje Deken" heb geschreven? Ik had het stiekem wel leuk gevonden als er ergens een plaats was geweest waar ze dat met de straatnamen hadden gedaan: een Aagje Wolffstraat en Betje Dekenstraat. Ik ben benieuwd of veel mensen dat zouden merken.
Reacties
Betje Wolflaan in Hilversum? Daar moet nog een f bij.
Groet,
Bert