Blauwestad. Ik had er al een hele tijd niks meer van gehoord, maar dit weekend was het ineens weer in het nieuws. En dus ben ik er maar eens gaan kijken. Online dan, want in het echt is het er nog een beetje stil.
Het Blauwestad-project is een ambitieus project van de Provincie Groningen dat is opgezet om een flinke economische impuls te geven aan het gebied. Het project bestaat uit de aanleg van het Oldambtmeer (van ruim 800 hectare) met daaromheen een groot gebied voor luxe wonen en recreatie. De eerste ideeën voor het project kregen vorm aan het begin van de jaren negentig. In 2005 werd begonnen met de aanleg van het meer en kort daarna ook met de aanleg van een compleet nieuwe woonplaats: Blauwestad. In 2006 kon men de eerste bewoners van het dorp verwelkomen. Helaas is het daarna om allerlei redenen een stuk minder voorspoedig verlopen dan men bedacht had, maar daarover verderop meer. Ik vertel je eerst wat meer over de opzet van het dorp.
In de plannen bestaat Blauwestad uit vijf woongebieden: Het Dorp, De Wei, Het Park, Het Riet en Het Wold. Voor ieder gebied heeft men een geheel eigen identiteit bedacht, die terugkomen in de uitgangspunten voor groenvoorziening, kavelgrootte, erfafscheiding en architectuur. En het mooie is: voor alle gebieden zijn ook al straatnamen bedacht.
Het is natuurlijk heel erg jammer dat het allemaal niet zo voorspoedig is gelopen als men gehoopt had. Maar aan de straatnamen heeft dat denk ik niet gelegen.
Het Blauwestad-project is een ambitieus project van de Provincie Groningen dat is opgezet om een flinke economische impuls te geven aan het gebied. Het project bestaat uit de aanleg van het Oldambtmeer (van ruim 800 hectare) met daaromheen een groot gebied voor luxe wonen en recreatie. De eerste ideeën voor het project kregen vorm aan het begin van de jaren negentig. In 2005 werd begonnen met de aanleg van het meer en kort daarna ook met de aanleg van een compleet nieuwe woonplaats: Blauwestad. In 2006 kon men de eerste bewoners van het dorp verwelkomen. Helaas is het daarna om allerlei redenen een stuk minder voorspoedig verlopen dan men bedacht had, maar daarover verderop meer. Ik vertel je eerst wat meer over de opzet van het dorp.
In de plannen bestaat Blauwestad uit vijf woongebieden: Het Dorp, De Wei, Het Park, Het Riet en Het Wold. Voor ieder gebied heeft men een geheel eigen identiteit bedacht, die terugkomen in de uitgangspunten voor groenvoorziening, kavelgrootte, erfafscheiding en architectuur. En het mooie is: voor alle gebieden zijn ook al straatnamen bedacht.
- Het Dorp was oorspronkelijk bedoeld als het centrum van het dorp. In de recente plannen is dit gebied Het Havenkwartier genoemd; in plaats van woningen gaat men zich daar nu meer richten op horeca met terrassen aan het water, een vakantiepark en een evenemententerrein. Straatnamen in dit gebied zijn bijvoorbeeld de Hoofdstraat, de Brugstraat en het Redersplein. Dat klinkt best dorps.
- De Wei moet een beetje gaan lijken op Giethoorn, met rechte kanalen en lange stroken land. Hier kun je echt aan het water wonen. Het zal niet heel veel inspanning gekost hebben om te bedenken dat het leuk zou zijn om de straten hier naar water- en weidevogels te noemen. En zo kwam men op de Meerkoet, de Watersnip, de Leeuwerik, de Grutto, de Kiekendief, de Kievit en de Zwaan.
- In Het Park woon je minder aan het water maar meer in het groen. Het moet er klassiek en statig worden. Veel gras, sierlijke boompartijen, van die dingen. Logisch dat men besloten heeft om de straten daar naar paddenstoelen te noemen, maar dan wel paddenstoelen die een beetje sjiek klinken: de Cantharel, de Bovist en de Elfenbank.
- Het gebied Het Riet bestaat uit organisch vormgegeven eilanden met smalle weggetjes en veel riet. Heel authentiek en natuurlijk. Toen ik de straatnamen voor het eerst zag, dacht ik dat die uit de catalogus van IKEA waren geplukt: Vikna, Falster, Anholt, Funen, Endelave, Langeland, Bornholm en Freya. Maar het blijken (voornamelijk) Deense eilanden te zijn. Dat is wel toepasselijk voor een woonbuurt met eilanden.
- In Het Wold kun je ruim en rustig wonen midden in het bos, met bomen. Dus heeft men voor de straatnamen bedacht dat dat iets met bomen moet zijn, maar dan wel met een stijlvolle uitstraling. En zo kwam men op Esdoornschans, Berkenborg, Beukenschans, Elzenborg, Dennenborg en Wilgenschans. Schanzen en borgen geven zo'n buurt allure.
Het is natuurlijk heel erg jammer dat het allemaal niet zo voorspoedig is gelopen als men gehoopt had. Maar aan de straatnamen heeft dat denk ik niet gelegen.
Reacties