Doorgaan naar hoofdcontent

Als je je heldendaden overleeft, ben je dan wel een echte held?

Je bent pas écht een held als je heldendaden je het leven kosten, zo vindt men in Apeldoorn. Daar besloot men onlangs om geen straatnaam te noemen naar Joop Abbink, een verzetsheld uit de Tweede Wereldoorlog. De reden die men gaf voor dat besluit was verrassend: Abbink komt niet in aanmerking, want hij heeft de oorlog overleefd.

Joop Abbink woonde tijdens de oorlog in Apeldoorn. Hij was bijzonder actief als verzetsstrijder: hij was gewestelijk leider van de Landelijke Knokploegen (de LKP) in de regio Gelderland, hij hielp onderduikers, hij nam deel aan overvallen op gevangenissen om verzetsmensen te bevrijden, hij was betrokken bij wapendroppings, saboteerde Duitse wapentransporten en werkte mee aan overvallen van distributiekantoren. Daar verdien je wel een straatnaam mee, zou je zeggen. In oktober 1944 werd Abbink tijdens een grote Duitse razzia opgepakt in Apeldoorn. Na een paar maanden in Kamp Amersfoort kwam hij in februari 1945 in een gevangenenkamp in Duitsland terecht. De omstandigheden waren erbarmelijk en Abbink werd er zó ziek dat het hem bijna zijn leven kostte. Na de bevrijding had hij vijf jaar en vijf operaties nodig om te genezen van een longziekte. Hij had echter blijvend schade opgelopen en werd voor honderd procent arbeidsongeschikt verklaard. Doordat Albert Plesman - oprichter en directeur van KLM - hem een baan aanbood, kon Abbink toch nog tien jaar werken.

Abbink overleed eind 2013 op 97-jarige leeftijd. Na zijn overlijden werd bij de gemeente Apeldoorn een verzoek ingediend om Abbink vanwege zijn heldendaden te vereren met een straatnaam en zijn naam te vermelden op het verzetsmonument. De gemeente wees beide verzoeken af. Men liet weten dat hij niet in aanmerking komt, omdat één van de criteria luidt dat "de verzetsstrijder zijn daden voor het verzet in de periode 1940-1945 met de dood heeft moeten bekopen". Tja. Het is goed dat er regels zijn voor dit soort dingen, maar hadden ze voor deze held niet een uitzondering kunnen maken?

Wie wel, wie niet?
Het is allemaal niet zo makkelijk. Als je straatnamen gaat noemen naar de planeten in ons zonnestelsel, dan ben je met acht straten klaar. Als er dan nog een negende straat is, zou je die nog naar Pluto kunnen noemen, of naar de Zon. Maar bij verzetsstrijders ligt dat anders. Verzetsstrijders heb je in alle soorten en maten, en hun verzetsdaden zijn vaak moeilijk langs een meetlat te leggen. Hoe bepaal je dan wie wel de eer van een eigen straatnaam verdient en wie niet? Om de discussie te vermijden, besloot de gemeenteraad van Apeldoorn in 1970 om gewoon helemaal geen straten naar verzetsstrijders te noemen. Dan hoef je immers ook niet te kiezen welke personen daarvoor in aanmerking komen, en kun je ook geen verkeerde keuze maken. Om toch iets met het thema te doen, werd een tot dan toe naamloos park in de stad het Verzetsstrijderspark genoemd.

Veertig jaar later bleek de behoefte om iets met de namen van de verzetshelden te doen nog steeds te leven in Apeldoorn. In 2010 is daarom in het Verzetsstrijderspark een herdenkingsmonument voor verzetsstrijders onthuld. Het monument bestaat uit veertien natuurstenen die in de vorm van een cirkel zijn ingegraven. Op de stenen staan de namen van veertien verzetshelden, die men na een zorgvuldige procedure heeft geselecteerd. Daarbij heeft men gekozen voor personen die in Apeldoorn woonden, die aldaar hun verzetsdaden pleegden, die een belangrijke rol in het verzet vervulden en die hun daden nog vóór de bevrijding met de dood hebben moeten bekopen. Dat laatste snap ik niet zo goed. Kun je geen held zijn als je de Tweede Wereldoorlog hebt overleefd? Verdien je het dan niet om herdacht te worden? Hadden de daden van Joop Abbink meer waarde gekregen als hij in 1945 in het gevangenenkamp was overleden? Ik begrijp wel dat ze hem niet direct in 2010 al een plekje op het monument hebben gegeven, want hij leefde toen nog. En het voelt natuurlijk een beetje vreemd om iemand te herdenken die nog niet eens overleden is. Het monument is echter speciaal zo opgezet dat er eventueel nog nieuwe stenen bij geplaatst kunnen worden. Het lijkt wel gepast om er nu alsnog een mooie plek voor een steen met de naam van Joop Abbink aan toe te voegen.

Ere wie ere toekomt
Joop Abbink heeft overigens eerder wel eer gekregen voor zijn verzetswerk. In 1953 werd hem bij Koninklijk Besluit de Bronzen Leeuw toegekend "wegens moedig en beleidvol optreden tegen de vijand". En in 2002 ontving hij van de staat Israël de Yad Vashem-onderscheiding voor hulp aan Joden. Dat is toch allebei bijzonder eervol. Een straatnaam in Apeldoorn zal er wel niet meer bijkomen.


Reacties

Jesse Kuiper zei…
Zo iemand verdient zeker een straatnaam! En anders in Neede, zijn geboortedorp. Hopelijk doet de gemeente Berkelland minder moeilijk daarover.
FV zei…
Die ambtenaren zijn erg goed in het volgen van regels blijkbaar. Klinkt bekend ergens.
Rob Essers zei…
@FV: De verantwoordelijkheid ligt niet bij "die ambtenaren", maar primair bij burgemeester en wethouders. Het college kent per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zonodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken. Er is in Apeldoorn een commissie straatnaamgeving die het college gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uitbrengt. De commissie bestaat uit vijf leden: een lid met een aardrijkskundige en/of geschiedkundige achtergrond en vier algemene leden. De leden worden op voordracht van het college door de raad benoemd. De commissie vergadert en besluit in het openbaar.

Ik ga ervan uit dat het verzoek om een openbare ruimte te vernoemen naar Joop Abbink is besproken in een openbare vergadering van de commissie straatnaamgeving en en het college het advies van de commissie heeft overgenomen. De argumenten ken ik niet, maar het is alleszins aannemelijk dat deze de instemming hadden van het college. Ik neem aan dat voor de gemeenteraad hetzelfde geldt: "Wie zwijgt, stemt toe."

In het bericht in De Stentor staat niets over de procedure en worden het college en de commissie niet eens genoemd. Ik heb daarom meer twijfels bij de berichtgeving dan bij de besluitvorming.

Populaire posts van deze blog

Wat is de echte Monopoly-stad van Nederland? En waar ligt Ons Dorp?

Een tijd geleden heb ik al eens uitgelegd wie de straatnamen heeft gekozen voor het Nederlandse Monopoly-spel. De Nederlandse editie van het spel was de eerste waarin straatnamen uit verschillende steden werden gebruikt. Dus vroeg ik me af: is er misschien toch één stad te vinden die al die straatnamen heeft? Dan zouden ze daar mooi hun geheel eigen editie van het spel kunnen maken. Tijdens die zoektocht diende nog een tweede vraag zich aan: waar ligt Ons Dorp? Laten we eerst eens even kijken hoe bijzonder die straatnamen uit het Monopoly-spel eigenlijk zijn. In de top-10 met straatnamen die in het Nederland het meest voorkomen, staat één straat uit Monopoly: de Dorpsstraat . Die komt in Nederland 315 keer voor, van Aalsmeer tot Zwolle. De Brink komt 67 keer voor, van Almelo tot Zuidwolde. Op 43 plaatsen ligt een Steenstraat , van Alphen aan den Rijn tot in Zwolle. Dan komen we bij een bijzonder geval: de Houtstraat komt 32 keer voor in Nederland (van Almere tot Wolvega), maar vreemd

Wat is in Nederland de langste straat met één naam?

De Oudebildtdijk in de Friese gemeente Het Bildt wordt vaak de langste straat van Nederland genoemd. De straat loopt van Westhoek naar Oudebildtzijl en is volgens Google Maps in totaal 12,1 kilometer lang. Dat is best een eind inderdaad. Maar is het daarmee inderdaad de langste straat van Nederland? En meer specifiek: de langste straat die van begin tot eind dezelfde straatnaam heeft? Ik zal het maar meteen verklappen: dat is dus niet. Als je gaat zoeken naar 'langste straat van Nederland' kom je allerlei straatnamen tegen. Ik zag dat ergens iemand de Voorstraat in Dordrecht noemde, maar die is 'slechts' 1.200 meter en daarmee met afstand niet de langste. De Laan van Meerdervoort in Den Haag wordt ook vaak genoemd, maar die is met een lengte van 5.800 meter ook zeker niet de langste straat van Nederland. Hier en daar lijkt men dat door te hebben, want daar noemt men het specifiek de langste láán van Nederland. Ik vind gemakkelijke een paar straten die een stuk la

Waar ligt het geografisch middelpunt van Nederland?

Mijn zoon vroeg me waar precies het middelpunt van Nederland, want daar wil hij dan graag een keer met me naartoe. Nederland heeft aardig wat geografische middelpunten. Het is maar net hoe je definieert wat het middelpunt van een land is. Ik zet in dit verhaal een paar van die middelpunten op een rijtje - voor mijn zoon, maar natuurlijk ook voor jullie. (Voor dit verhaal kijk ik alleen naar het Europese deel van Nederland, zonder de Caribische eilanden; met die eilanden erbij ligt alles weer anders.) Uiterste punten Voordat ik een aantal middelpunten langsloop, noem ik hier eerst de geografische extremen van Nederland. Rottumerplaat - Het noordelijkst gelegen punt van Nederland ligt op Rottumerplaat. Locatie: 53.556485, 6.492520 Bad Nieuweschans - Het oostelijkste punt van Nederland ligt bij Bad Nieuweschans (Groningen). Om precies te zijn bij grenspaal 196, bij de grensovergang naar Duitsland. Locatie: 53.180299, 7.227509 Klein-Kuttingen - Het zuidelijkste punt van Nederland ligt

Wie heeft de straatnamen van Monopoly gekozen?

De Barteljorisstraat, Neude, A-Kerkhof en de Kalverstraat. Iedereen kent de straatnamen uit het Monopoly-spel. Maar waarom hebben nou juist deze straatnamen een plekje in het spel gekregen? Waarom heeft men uit Rotterdam niet de Weena of de Lijnbaan gekozen, en voor Amsterdam de P.C. Hooftstraat? En waarom zitten Haarlem en Arnhem er wel in, en Maastricht en Eindhoven niet? Wie heeft dat allemaal bedacht? Voor de geschiedenis van het spel gaan we even helemaal terug naar 1904. Elizabeth Magie vroeg toen patent aan op het bordspel ' The Landlord's Game '. Geïnspireerd door dat spel liet Charles Darrow in 1934 in eigen beheer 5000 exemplaren van het spel 'Monopoly' maken en die waren binnen een jaar verkocht. Toen toonde Parker Brothers interesse om het spel in de Verenigde Staten uit te geven. Zij verkochten binnen een jaar meer dan een miljoen exemplaren. De populariteit van het spel bleef niet onopgemerkt en de Engelse firma Waddington kocht in 1936 de rechten o