In het Nederlands kom je soms woorden tegen met een grote verzameling medeklinkers achter elkaar. 'Medeklinkerclusters'
noemt men dat. Met slimme combinaties van woorden kun je tot een flinke
lengte komen. Iemand die driftig een bord borsjtsj - Russische
rodebietensoep - zit weg te werken, kun je bijvoorbeeld een
'borsjtsjschranser' noemen. In de titel van dit verhaal staan nog wat
voorbeelden. Komen er ook van die grote medeklinkerclusters voor in
straatnamen?
Bij
het toekennen van straatnamen probeert men er meestal op te letten dat
de namen makkelijk te schrijven en uit te spreken zijn. Dat is wel zo
praktisch in het dagelijks gebruik. Eigenlijk is het dus helemaal niet
handig om een straatnaam met een lange reeks medeklinkers te hebben. Met
het achtervoegsel -straat heb je echter al meteen drie medeklinkers te
pakken. Als je een straat noemt naar iets of iemand die op een aantal
medeklinkers eindigt, heb je dus al snel een straatnaam met een flink
medeklinkercluster. Noem een straat naar een roodborst of naar iemand
die Brinkhorst, Roland Holst of Diepenhorst heet, en je hebt al zes
medeklinkers op een rij. Er zijn in Nederland ongeveer dertig Ambachtsstraten en vier Eendrachtsstraten - allemaal met zeven medeklinkers achter elkaar. Die namen zijn op zich nog best goed uit te spreken.
Voor het medeklinkerclusterrecord moeten we naar Edam. Het lijkt wel of men het erom gedaan heeft, want daar liggen twee straatnamen met maar liefst acht medeklinkers achter elkaar op nog geen tweehonderd meter van elkaar: de Jan Huibrechtszstraat en de Hendric Dirckszstraat. Hebben Jan en Hendric iets bijzonders gepresteerd, of hebben ze die straatnamen alleen verdiend met hun verzameling medeklinkers?
Nu is het wachten tot er een keer een gemeente komt die bedenkt om een soepenbuurt te bouwen, met straten zoals de Snertstraat, de Bouillonstraat en het Gazpachopad. Want daar moet dan natuurlijk ook een Borsjtsjstraat komen, met negen medeklinkers op een rij!
Voor het medeklinkerclusterrecord moeten we naar Edam. Het lijkt wel of men het erom gedaan heeft, want daar liggen twee straatnamen met maar liefst acht medeklinkers achter elkaar op nog geen tweehonderd meter van elkaar: de Jan Huibrechtszstraat en de Hendric Dirckszstraat. Hebben Jan en Hendric iets bijzonders gepresteerd, of hebben ze die straatnamen alleen verdiend met hun verzameling medeklinkers?
Nu is het wachten tot er een keer een gemeente komt die bedenkt om een soepenbuurt te bouwen, met straten zoals de Snertstraat, de Bouillonstraat en het Gazpachopad. Want daar moet dan natuurlijk ook een Borsjtsjstraat komen, met negen medeklinkers op een rij!
Reacties
Uw vraag heb ik voorgelegd aan de heer Jaap Molenaar - hij schreef eerder een boekje over de straatnamen van Edam. Daarin schrijft hij: Hendric Dircksz. komen we in 1563 als burgemeester tegen. Jan Huybrechtsz. was in 1537 door de Graaf van Holland als schout benoemd en verzorgde namens hem de rechtspraak. Hij werd bijgestaan door de schepenen, die uit de belangrijkste inwoners van de stad waren gekozen.