Ten zuidoosten van Roermond ligt een oude steenkolenmijn. De weg erlangs heet Meinweg, met een korte ei. Sterker nog: het hele gebied heet Meinweg! Dat zal toch wel een foutje zijn... had dat niet Mijnweg met een lange ij moeten zijn?
In 1954 werd ten oosten van Herkenbosch in Midden-Limburg begonnen met de aanleg van de Staatsmijn Beatrix. Na Wilhelmina, Emma, Hendrik en Maurits werd dat de de vijfde Nederlandse staatsmijn. Acht jaar later werd de aanbouw van de Staatsmijn Beatrix echter al weer stilgelegd, omdat er in plaats van steenkool steeds meer aardolie en aardgas gebruikt werd; de mijn is nooit in productie genomen. Sinds de jaren negentig ligt in dit gebied een nationaal park dat 'De Meinweg' heet... met een korte ei dus. En nee, dat is geen foutje.
Voor de oorsprong van de naam moeten we ver terug in de geschiedenis. In de bronstijd - zo rond 2000 voor Christus - kwamen de eerste boeren in dit bosrijke gebied wonen. Langzaamaan begon men met de ontginning van het gebied. Men liet er vee grazen, kapte bomen voor het hout en gebruikte plaggen in de stallen. Dat was natuurlijk niet goed voor de bossen. De grond werd zelfs zo intensief gebruikt, dat het bos aan het eind van de middeleeuwen was verdwenen en het gebied was veranderd in een heidelandschap met hier en daar zelfs een zandverstuiving. Het begrazen en plaggen ging nog door tot aan het begin van de negentiende eeuw. Toen begon men met de aanplant van nieuwe bossen.
Het gebied was altijd voor algemeen gebruik. Rondom lagen veertien dorpen die het gebied samen bestuurden en gebruikten. De gemeenschappelijke gronden noemde men 'gemeine weide', en daar zijn de naam van de weg en het gebied ook van afgeleid. Of 'Meinweg' direct van 'gemeine weide' is afgeleid of dat het de naam voor de weg door het 'gemeine' gebied is, heb ik helaas niet kunnen vinden.
Met het gebied is het trouwens ondanks het intensieve gebruik nog helemaal goed gekomen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het gebruik tot een gevarieerd landschap met een unieke combinatie van bossen, heide, vennen en beken heeft geleid. De Meinweg is bijvoorbeeld ook het enige gebied in Limburg waar de adder nog voorkomt. Sinds 1990 is het natuurgebied officieel een nationaal park: Nationaal Park De Meinweg. Met een korte ei.
In 1954 werd ten oosten van Herkenbosch in Midden-Limburg begonnen met de aanleg van de Staatsmijn Beatrix. Na Wilhelmina, Emma, Hendrik en Maurits werd dat de de vijfde Nederlandse staatsmijn. Acht jaar later werd de aanbouw van de Staatsmijn Beatrix echter al weer stilgelegd, omdat er in plaats van steenkool steeds meer aardolie en aardgas gebruikt werd; de mijn is nooit in productie genomen. Sinds de jaren negentig ligt in dit gebied een nationaal park dat 'De Meinweg' heet... met een korte ei dus. En nee, dat is geen foutje.
Voor de oorsprong van de naam moeten we ver terug in de geschiedenis. In de bronstijd - zo rond 2000 voor Christus - kwamen de eerste boeren in dit bosrijke gebied wonen. Langzaamaan begon men met de ontginning van het gebied. Men liet er vee grazen, kapte bomen voor het hout en gebruikte plaggen in de stallen. Dat was natuurlijk niet goed voor de bossen. De grond werd zelfs zo intensief gebruikt, dat het bos aan het eind van de middeleeuwen was verdwenen en het gebied was veranderd in een heidelandschap met hier en daar zelfs een zandverstuiving. Het begrazen en plaggen ging nog door tot aan het begin van de negentiende eeuw. Toen begon men met de aanplant van nieuwe bossen.
Het gebied was altijd voor algemeen gebruik. Rondom lagen veertien dorpen die het gebied samen bestuurden en gebruikten. De gemeenschappelijke gronden noemde men 'gemeine weide', en daar zijn de naam van de weg en het gebied ook van afgeleid. Of 'Meinweg' direct van 'gemeine weide' is afgeleid of dat het de naam voor de weg door het 'gemeine' gebied is, heb ik helaas niet kunnen vinden.
Met het gebied is het trouwens ondanks het intensieve gebruik nog helemaal goed gekomen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het gebruik tot een gevarieerd landschap met een unieke combinatie van bossen, heide, vennen en beken heeft geleid. De Meinweg is bijvoorbeeld ook het enige gebied in Limburg waar de adder nog voorkomt. Sinds 1990 is het natuurgebied officieel een nationaal park: Nationaal Park De Meinweg. Met een korte ei.
Reacties
In 1816 wordt de naam Meinweg gebruikt om een gebied aan te duiden. Een gelijknamige weg ben ik in het traktaat niet tegengekomen.
Op latere kaarten ben ik wel de namen Grote of Herkenboscher Baan en Voetpad tegengekomen. Ook wordt op een van de kaarten verschil gemaakt tussen Meijnweg aan Nederlandse zijde en Meinweg aan de Duitse kant van de grens. Op de topografische militaire kaart uit 1925 heet het gebied Mijnweg. Een (overbodig) lidwoord ben ik nergens tegengekomen.
Vandaar dat het de Meinweg nu heet ..het gebied gaat al terug van 2000 jaar v Cr..