Doorgaan naar hoofdcontent

De hele geschiedenis van Lage Vuursche... in dertien straatnamen!

Vandaag is in Lage Vuursche de uitvaart van Prins Friso. Lage Vuursche is een dorp met ongeveer 300 inwoners, 120 huizen en dertien straten. De namen van die dertien straten vertellen samen heel mooi het verhaal van het dorp en de omgeving.

Slotlaan - Het dorp Lage Vuursche is ontstaan bij kasteel Drakensteyn. In de veertiende eeuw stond er al een hofstede Drakesteyn op die plek, met nog enkele huizen in de omgeving. In 1640 liet Gerard van Reede de hofstede afbreken en op dezelfde plek een nieuw landhuis bouwen - dat is het huidige Drakensteyn. Prinses Beatrix kocht het in 1959 en woonde er met haar man en kinderen tot ze koningin werd. Toen verhuisde ze naar Den Haag. Binnenkort zal ze weer in Drakensteyn gaan wonen, aan de Slotlaan.

Kapelweg - De Kapelweg staat haaks op de Slotlaan. Bij Drakensteyn ligt een park van ongeveer 20 hectare. Daarin staat een kapel, waarvan de oorsprong mogelijk uit de elfde eeuw stamt.

Dorpsstraat - De Dorpsstraat vormt de kern van het dorp. Aan weerszijden van de straat staan huizen die deels dateren uit de 17de, 18de en 19de eeuw. Omdat Gerard van Reede graag zag dat er een dorpje bij zijn nieuwe landhuis ontstond, stelde hij grond beschikbaar voor de bouw van een kerkje, een school, een molen en nog wat huizen en boerderijen. Dorpsstraat is op zich geen bijzondere straatnaam. In de top-10 met straatnamen die in het Nederland het meest voorkomen, staat de Dorpsstraat op nummer vier. 


Kloosterlaan - Aan de Kloosterlaan staat iets buiten de dorpskern het voormalige klooster Sint Elisabeth. Sinds 1983 is het in gebruik als verpleeghuis.

Vuurse Steeg - In de zeventiende eeuw werd een weg aangelegd van Hilversum naar De Bilt, en die liep via Lage Vuursche. We gebruiken de aanduiding 'steeg' tegenwoordig voor smalle zijstraatjes in steden en dorpen, maar vroeger was het een meer algemene naam voor - meestal onverharde - landwegen. De Vuurse Steeg was dus ooit gewoon dé weg van Vuursche. Voor het gebruik van de weg moest tol worden betaald. Een van die boerderijen ging dienen als tolhuis en werd later de eerste herberg van het dorp. Halverwege de negentiende eeuw kon je daar al terecht voor pannenkoeken!

Stulpselaan - De Stulpselaan ligt een eindje ten oosten van het dorp door de bossen. De straatnaam doet meteen denken aan de Stulpkerk - waar de uitvaartdienst van Friso is - maar die kerk ligt aan de Hoge Vuurseweg. De Stulpkerk heeft zijn naam aan een ander gebouw te danken: de gemeente gebruikte eerst boerderij De Stulp als kerkgebouw. De namen van de boerderij, de kerk en de straat zijn allemaal terug te voeren op het nabijgelegen natuurgebied De Stulp. Die naam is al teruggevonden in documenten uit de veertiende eeuw. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar in die tijd stonden er in dit gebied nauwelijks bomen. Het landschap bestond voor een groot deel uit hoogveen - goed voor de turfwinning - en heide. Aan de rand van het gebied stonden wat boerderijen. De akkers werden bemest met schapenmest en heideplaggen; er werd in die tijd veel heide afgestoken. Pas met de invoering van de kunstmest en het verdwijnen van de schapen kregen de heide en de bossen weer kans om te herstellen. Er schoten weer nieuwe boompjes op, zoals berken, eiken en lijsterbessen. Eigenaren van de bosgebieden begonnen ook op grote schaal bomen aan te planten. Natuurgebied De Stulp werd in 1964 door Staatsbosbeheer gekocht van freule Bosch van Drakensteyn.

Beukenhof en Eikenlaan - Behalve dat men in de bosgebieden bomen begon aan te planten, werden ook diverse wegen van bomenrijen voorzien. Daarbij werden vaak beuken gebruikt, maar soms ook andere bomen. De Beukenhof en de Eikenlaan liggen allebei in het centrum van het dorp.

300 Roedenlaan - Vanaf de Vuurse Steeg loopt de 300 Roedenlaan naar het oosten, richting de Stulpselaan. Vermoedelijk lag er langs deze weg een stuk landbouwgrond met een oppervlak van 300 roeden. 300 roeden is één gemet, en dat is ongeveer gelijk aan het stuk grond dat een koppel paarden kan ploegen tussen zonsopgang en zonsondergang. Gemiddeld dan, want hoe snel dat gaat, hangt natuurlijk af van de bodemgesteldheid en de conditie van de paarden.

Karnemelksweg en Koudelaan - Ten westen van het dorp lopen de Karnemelksweg en de Koudelaan. Ik heb niet kunnen vinden waar die namen vandaan komen. Misschien zat er aan de Karnemelksweg wel een boer die karnemelk verkocht.

Zwarteweg - Ik weet ook niet waar de Zwarteweg zijn naam aan ontleent, maar ik heb wel een vermoeden. Vroeger waren veel paden en wegen zwart omdat ze met sintels (de resten van verbrande steenkool) waren verhard. Je kunt je voorstellen dat dat zwarte paden, wegen en lanen opleverde, en die werden vaak ook zo genoemd. In Nederland liggen ruim honderd 'zwarte straten'; alleen van de 'Zwarteweg' komen er al 76 voor. 


Hoge Vuurseweg - Aan de noordkant verlaat je Lage Vuursche via de Hoge Vuurseweg. Hoe die straat aan zijn naam komt, kun je raden: het is de weg naar buurtschap Hooge Vuursche. Aan deze weg ligt de Stulpkerk, dicht bij Drakensteyn.


Dertien straatnamen. Ik vind het mooi hoe die samen alles vertellen over de geschiedenis van het dorp en zijn omgeving. Geen wijken met 'verzonnen' straatnamen. Geen schilderswijk, geen bloemenbuurt, geen vreemde vogels. Misschien komt er ooit nog eens een Oranjebuurt - dat zou dan wel weer gepast zijn.

Reacties

Joost zei…
Als je op Google Maps kijkt, zie je dat de Zwarteweg richting Hilversum gaat en de provinciegrens over gaat. Dat is het kenmerkende van Zwartewegen; ze lopen langs of over grenzen. Zie ook: http://www.tuttel.com/naamkunde/zwartelaantje.htm
musiqolog zei…
De bewering dat er geen verzonnen straatnamen in Lage Vuursche zijn klopt niet helemaal. De Beukenhof en de Eikenlaan vormen wel degelijk een minuscuul bomenbuurtje, zoals er honderden zijn in Nederland. Het zijn namelijk de enige twee straten in Lage Vuursche met nieuwbouw. (Overigens zijn beide straten voorbeeldig onopvallend aangelegd, zodat het dorp zijn Anton Pieck-aanzicht heeft kunnen behouden.)

Populaire posts van deze blog

Wat is de echte Monopoly-stad van Nederland? En waar ligt Ons Dorp?

Een tijd geleden heb ik al eens uitgelegd wie de straatnamen heeft gekozen voor het Nederlandse Monopoly-spel. De Nederlandse editie van het spel was de eerste waarin straatnamen uit verschillende steden werden gebruikt. Dus vroeg ik me af: is er misschien toch één stad te vinden die al die straatnamen heeft? Dan zouden ze daar mooi hun geheel eigen editie van het spel kunnen maken. Tijdens die zoektocht diende nog een tweede vraag zich aan: waar ligt Ons Dorp? Laten we eerst eens even kijken hoe bijzonder die straatnamen uit het Monopoly-spel eigenlijk zijn. In de top-10 met straatnamen die in het Nederland het meest voorkomen, staat één straat uit Monopoly: de Dorpsstraat . Die komt in Nederland 315 keer voor, van Aalsmeer tot Zwolle. De Brink komt 67 keer voor, van Almelo tot Zuidwolde. Op 43 plaatsen ligt een Steenstraat , van Alphen aan den Rijn tot in Zwolle. Dan komen we bij een bijzonder geval: de Houtstraat komt 32 keer voor in Nederland (van Almere tot Wolvega), maar vreemd

Wat is in Nederland de langste straat met één naam?

De Oudebildtdijk in de Friese gemeente Het Bildt wordt vaak de langste straat van Nederland genoemd. De straat loopt van Westhoek naar Oudebildtzijl en is volgens Google Maps in totaal 12,1 kilometer lang. Dat is best een eind inderdaad. Maar is het daarmee inderdaad de langste straat van Nederland? En meer specifiek: de langste straat die van begin tot eind dezelfde straatnaam heeft? Ik zal het maar meteen verklappen: dat is dus niet. Als je gaat zoeken naar 'langste straat van Nederland' kom je allerlei straatnamen tegen. Ik zag dat ergens iemand de Voorstraat in Dordrecht noemde, maar die is 'slechts' 1.200 meter en daarmee met afstand niet de langste. De Laan van Meerdervoort in Den Haag wordt ook vaak genoemd, maar die is met een lengte van 5.800 meter ook zeker niet de langste straat van Nederland. Hier en daar lijkt men dat door te hebben, want daar noemt men het specifiek de langste láán van Nederland. Ik vind gemakkelijke een paar straten die een stuk la

Waar ligt het geografisch middelpunt van Nederland?

Mijn zoon vroeg me waar precies het middelpunt van Nederland, want daar wil hij dan graag een keer met me naartoe. Nederland heeft aardig wat geografische middelpunten. Het is maar net hoe je definieert wat het middelpunt van een land is. Ik zet in dit verhaal een paar van die middelpunten op een rijtje - voor mijn zoon, maar natuurlijk ook voor jullie. (Voor dit verhaal kijk ik alleen naar het Europese deel van Nederland, zonder de Caribische eilanden; met die eilanden erbij ligt alles weer anders.) Uiterste punten Voordat ik een aantal middelpunten langsloop, noem ik hier eerst de geografische extremen van Nederland. Rottumerplaat - Het noordelijkst gelegen punt van Nederland ligt op Rottumerplaat. Locatie: 53.556485, 6.492520 Bad Nieuweschans - Het oostelijkste punt van Nederland ligt bij Bad Nieuweschans (Groningen). Om precies te zijn bij grenspaal 196, bij de grensovergang naar Duitsland. Locatie: 53.180299, 7.227509 Klein-Kuttingen - Het zuidelijkste punt van Nederland ligt

Wie heeft de straatnamen van Monopoly gekozen?

De Barteljorisstraat, Neude, A-Kerkhof en de Kalverstraat. Iedereen kent de straatnamen uit het Monopoly-spel. Maar waarom hebben nou juist deze straatnamen een plekje in het spel gekregen? Waarom heeft men uit Rotterdam niet de Weena of de Lijnbaan gekozen, en voor Amsterdam de P.C. Hooftstraat? En waarom zitten Haarlem en Arnhem er wel in, en Maastricht en Eindhoven niet? Wie heeft dat allemaal bedacht? Voor de geschiedenis van het spel gaan we even helemaal terug naar 1904. Elizabeth Magie vroeg toen patent aan op het bordspel ' The Landlord's Game '. Geïnspireerd door dat spel liet Charles Darrow in 1934 in eigen beheer 5000 exemplaren van het spel 'Monopoly' maken en die waren binnen een jaar verkocht. Toen toonde Parker Brothers interesse om het spel in de Verenigde Staten uit te geven. Zij verkochten binnen een jaar meer dan een miljoen exemplaren. De populariteit van het spel bleef niet onopgemerkt en de Engelse firma Waddington kocht in 1936 de rechten o