In het centrum van Den Haag ligt het Jenny Plantsoen, tussen straten zoals de Zorgvlietstraat, de Hemsterhuisstraat, de Elandstraat en de Westerbaenstraat. Zorgvliet is het buitenverblijf waar Jacob Cats in 1652 het Catshuis liet bouwen. De andere straten zijn genoemd naar François Hemsterhuis (een wijsgeer), Cornelis Eland (een kartograaf en graveur) en Jacob Westerbaen (een geneesheer en dichter). En Jenny? Dat was een circusolifant! Dat er in Den Haag een straat is genoemd naar een olifant, is op zich al bijzonder. Maar er hoort ook een opmerkelijk verhaal bij.
In 1937 kwam het beroemde circus Sarrasani voor een voorstelling naar Scheveningen. De bejaarde olifant Jenny was een van de belangrijkste attracties van het circus. Na afloop van de voorstelling moest Jenny op het toenmalige station aan de Zwolsestraat in de trein worden geladen, maar ze stortte op het perron in elkaar. Ondanks alle goede zorg overleed ze nog diezelfde dag.
Het Museum voor Onderwijs (in de Hemsterhuisstraat) kocht de overleden olifant voor nog geen 50 gulden, met de bedoeling om het skelet tentoon te stellen. Maar het bleek nog helemaal niet makkelijk om het enorme kadaver zo schoon te maken dat er een mooi skelet overbleef. Eerst werd het naar het slachthuis gebracht om het uit te laten benen. Daarna werd het in een vijver in het Zuiderpark gelegd om het skelet verder schoon te laten worden. Na ruim een jaar werd het skelet weer boven water gehaald. Al het vlees was netjes van de botten verdwenen, maar in plaats daarvan waren ze nu helemaal groen van de algen. Om die groene laag van het skelet te krijgen, werd het in de tuin van het museum begraven in een laag wit zand. En toen? Toen is men helemaal vergeten dat het skelet daar lag... Misschien doordat het nogal lang duurde voordat het skelet schoon genoeg was. Misschien doordat de Tweede Wereldoorlag uitbrak. Of misschien had men er gewoon het geld even niet voor. Hoe dan ook: niemand dacht meer aan Jenny.
Meer dan veertig jaar later - in het begin van de jaren tachtig - dook het verhaal van Jenny ineens weer ergens op. Maar er was niemand meer die zich kon herinneren waar het skelet van Jenny precies begraven was. Pas toen het oude museum in november 1991 werd afgebroken, is men uitgebreid gaan zoeken naar het skelet. Er werd helemaal niks gevonden; Jenny was spoorloos verdwenen. Het is haast niet voor te stellen dat iemand dat skelet gestolen heeft, zonder dat het is opgemerkt. En het is ook erg onwaarschijnlijk dat de botten in iets meer dan vijftig jaar helemaal vergaan zijn. Maar wat is er dan wel gebeurd? Wie het weet, mag het zeggen. In 1998 vonden bewoners uit de wijk een bot dat wel erg op dat van een olifant leek. Natuurlijk dachten ze meteen dat ze Jenny toch nog gevonden hadden. Het bot werd onderzocht in het Museon (sinds 1986 de nieuwe naam van het Museum voor Onderwijs). Het bleek een voorpoot te zijn van een mammoet van meer dan 10.000 jaar oud... nog net iets ouder dan het skelet van Jenny dus.
Het buurtpark tussen de Zorgvlietstraat en de Hemsterhuisstraat was aan het begin van de jaren negentig toe aan een complete herinrichting. Bij het nieuwe imago van het plein hoorde ook een nieuwe naam, en daarvoor werd een prijsvraag uitgeschreven. Die bewoners van de wijk waren het verhaal van Jenny blijkbaar nog niet vergeten. Bij de feestelijke opening van het nieuwe plein in 1993 werd de nieuwe naam van het park onthuld: het Jenny Plantsoen. De resten van de olifant lijken compleet van de aardbodem verdwenen te zijn, maar in deze straatnaam leeft de beroemde circusolifant toch nog een beetje voort.
In 1937 kwam het beroemde circus Sarrasani voor een voorstelling naar Scheveningen. De bejaarde olifant Jenny was een van de belangrijkste attracties van het circus. Na afloop van de voorstelling moest Jenny op het toenmalige station aan de Zwolsestraat in de trein worden geladen, maar ze stortte op het perron in elkaar. Ondanks alle goede zorg overleed ze nog diezelfde dag.
Het Museum voor Onderwijs (in de Hemsterhuisstraat) kocht de overleden olifant voor nog geen 50 gulden, met de bedoeling om het skelet tentoon te stellen. Maar het bleek nog helemaal niet makkelijk om het enorme kadaver zo schoon te maken dat er een mooi skelet overbleef. Eerst werd het naar het slachthuis gebracht om het uit te laten benen. Daarna werd het in een vijver in het Zuiderpark gelegd om het skelet verder schoon te laten worden. Na ruim een jaar werd het skelet weer boven water gehaald. Al het vlees was netjes van de botten verdwenen, maar in plaats daarvan waren ze nu helemaal groen van de algen. Om die groene laag van het skelet te krijgen, werd het in de tuin van het museum begraven in een laag wit zand. En toen? Toen is men helemaal vergeten dat het skelet daar lag... Misschien doordat het nogal lang duurde voordat het skelet schoon genoeg was. Misschien doordat de Tweede Wereldoorlag uitbrak. Of misschien had men er gewoon het geld even niet voor. Hoe dan ook: niemand dacht meer aan Jenny.
Meer dan veertig jaar later - in het begin van de jaren tachtig - dook het verhaal van Jenny ineens weer ergens op. Maar er was niemand meer die zich kon herinneren waar het skelet van Jenny precies begraven was. Pas toen het oude museum in november 1991 werd afgebroken, is men uitgebreid gaan zoeken naar het skelet. Er werd helemaal niks gevonden; Jenny was spoorloos verdwenen. Het is haast niet voor te stellen dat iemand dat skelet gestolen heeft, zonder dat het is opgemerkt. En het is ook erg onwaarschijnlijk dat de botten in iets meer dan vijftig jaar helemaal vergaan zijn. Maar wat is er dan wel gebeurd? Wie het weet, mag het zeggen. In 1998 vonden bewoners uit de wijk een bot dat wel erg op dat van een olifant leek. Natuurlijk dachten ze meteen dat ze Jenny toch nog gevonden hadden. Het bot werd onderzocht in het Museon (sinds 1986 de nieuwe naam van het Museum voor Onderwijs). Het bleek een voorpoot te zijn van een mammoet van meer dan 10.000 jaar oud... nog net iets ouder dan het skelet van Jenny dus.
Het buurtpark tussen de Zorgvlietstraat en de Hemsterhuisstraat was aan het begin van de jaren negentig toe aan een complete herinrichting. Bij het nieuwe imago van het plein hoorde ook een nieuwe naam, en daarvoor werd een prijsvraag uitgeschreven. Die bewoners van de wijk waren het verhaal van Jenny blijkbaar nog niet vergeten. Bij de feestelijke opening van het nieuwe plein in 1993 werd de nieuwe naam van het park onthuld: het Jenny Plantsoen. De resten van de olifant lijken compleet van de aardbodem verdwenen te zijn, maar in deze straatnaam leeft de beroemde circusolifant toch nog een beetje voort.
Reacties
In Valkenswaard hebben ze een Beiaardstraat, maar die ligt bij de Kerkweg en zal dus wel niet naar het ros zijn vernoemd. Dendermonde en Lier in België hebben wel een Ros Beiaardstraat. Maastricht kent een Reinaartsingel, nabij de Tibeertstraat, de Brunestraat en de Grimbeertstraat.
Maar dit zijn allemaal fictieve dieren. Nog meer straten (of parken of wat dan ook) die zijn vernoemd naar een écht beest?
Ook bij de registratie van het brondocument d.d. 28 maart 1994 in de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) ging het mis. Openbare ruimte ID 0518300000202559 in de woonplaats 's-Gravenhage kreeg de naam: Jenny plantsoen. Op 12 augustus 2011 is alsnog de schrijfwijze verbeterd. Sindsdien is de geregistreerde openbare ruimtenaam: Jenny Plantsoen.
Ook op de straatnaamborden staat Jenny Plantsoen. Een onderschrift ontbreek; zie http://goo.gl/maps/J8rF