Er zijn in Nederland nogal wat straten naar bomen genoemd. Er zijn zelfs behoorlijk wat plaatsen met een hele bomenwijk. Bij straten en bomen denk ik meteen aan lanen. De officiële betekenis van het woord 'laan' is namelijk 'straat die aan beide zijden met bomen beplant is'. Maar hebben de meeste bomenstraten ook daadwerkelijk -laan als achtervoegsel? Staan er ook lindes in de Lindelaan? En is de populier ook populair?
Er zijn in Nederland ongeveer 3500 straten die genoemd zijn naar bomen. Van Dennenweg tot Kastanjesingel en van Wilgenstraat tot Esdoornhof. Er zijn ook mooie rijmende straatnamen zoals de Plataanlaan en de Eikdijk (niet te verwarren met de 'ijkdijk' van TNO). Met al die combinaties van voor- en achtervoegsel zijn er veel verschillende straatnamen te bedenken. Laten we eerst eens kijken welke bomen het vaakst vernoemd zijn.
De populairste boom in straatnamenland is de berk. Van alle bomenstraten in Nederland is ongeveer 12% genoemd naar de berk - dat zijn ongeveer 400 straten. Daarna komen de eik, de beuk en de meidoorn, met ieder ongeveer 10%. De top-10 bestaat verder uit de kastanje, de esdoorn, de acacia, de den, de populier en de spar. De linde en de wilg volgen op de voet, maar vallen net buiten de top-10. Is er een verklaring voor deze populariteit? De eik, de beuk en de berk zijn natuurlijk gewoon veelvoorkomende bomen die tot de klassiekers behoren. De meidoorn is als sierboom en heester misschien wel een beetje een vreemde eend in de bijt.
Dan de achtervoegsels. Is de -laan werkelijk zo populair in bomenland als je zou verwachten? Het antwoord is eenvoudig: ja, -laan is zonder twijfel het populairste achtervoegsel. Van alle bomenstraten in Nederland eindigt maar liefst 40% op 'laan'. De laan wordt op grote afstand gevolgd door de -straat (met 26%) en de -weg (met 6%). Opvallend is ook de nummer vier op de lijst: 5% van de bomenstraten heeft namelijk helemaal geen achtervoegsel! Die heten gewoon 'Acacia' of 'Meidoorn'. Op nummer vijf staat de -hof; een omheinde tuin met bomen, dat klinkt ook wel logisch. Met die top-5 hebben we al 83% van alle bomenstraten gehad. Verder hebben we - in volgorde van populariteit - ook nog wat dreven, pleinen, dijken, paden, parken en plantsoenen, maar de bijbehorende aantallen zijn nauwelijks het vermelden waard.
De berk en de laan winnen dus allebei hun klassement, maar is de Berkenlaan dan ook de winnaar in het combinatieklassement? Nee, want de winnaar in dat klassement is de Kastanjelaan, met de Eikenlaan en de Beukenlaan als nummers twee en drie. Pas daarna komt de Berkenlaan - een eervolle vierde plaats, maar net geen medaille. Op de vijfde en zesde plaats komen de eerste niet-lanen: de Meidoornstraat en de Esdoornstraat. De top-10 wordt verder volgemaakt met de Meidoornlaan, de Esdoornlaan, de Acacialaan en de Wilgenstraat. Van deze top-10 is de Wilgenstraat trouwens de eerste op de lijst die minder dan 100 keer voorkomt in Nederland.
De Lindelaan en de Larikslaan verdienen nog een bijzondere vermelding. Van alle straten die naar de linde zijn genoemd, is namelijk 60% een -laan. Bij de lariks ligt dat percentage op bijna 40%. Dat is toch bijzonder bovengemiddeld. Zou dat puur vanwege de alliteratie komen? 'Larikslaan' en 'Lindelaan' klinken allebei natuurlijk wel lekker. En lindes doen het in het algemeen prima langs een laan. Misschien dat het bekende zinnetje "Lientje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan" ook nog heeft bijgedragen aan de populariteit van de Lindelaan. Als allitereren zo populair is in straatnamenland, dan zou je verwachten dat er ook meer Populierenpaden, Peppelparken en Sparsingels zijn, maar die komen in het hele land niet voor.
Mijn onderzoek is natuurlijk puur taalkundig. Ik heb niet gekeken of er wel bomen in die bomenstraten staan. En dus al helemaal niet of dat wel de bomen zijn waar de straat naar genoemd is. De vraag of er in alle Lindelanen in Nederland ook echt lindes staan, kan ik met dit onderzoek dus niet beantwoorden. Bij oude Lindelanen ligt dat overigens wel voor de hand; die kregen nou eenmaal vaak die naam omdat er lindes stonden. Zo ging dat vroeger. Maar sinds de introductie van de 'bomenwijk' waar de boom slechts als thema voor de straatnamen in de wijk werd gebruikt, is het wat minder waarschijnlijk dat in een bomenstraat ook de bijbehorende bomen staan. Tegenwoordig gaat het misschien juist wel andersom: dat men lindes langs een laan plaatst, omdat die Lindelaan heet.
1. Voor dit onderzoek heb ik alle voorvoegsels bij elkaar geteld die voor mijn gevoel ook bij elkaar horen, en dat heb ik bij de achtervoegsels ook gedaan. Enkelvouds- en meervoudsvormen (zoals Wilgkade en Wilgendijk bij de wilg) heb ik bij elkaar opgeteld, net als spellingsvarianten (zoals 'lariks' en 'larix') en gewone en verkleiningsvormen (zoals Wilgendijk en Berkendijkje bij de dijken). In Nieuwerkerk aan den IJssel is een Burgemeester Van de Lindelaan. Ik weet niet of die burgemeester een boom van een vent was, maar die straatnaam heb ik toch maar niet meegeteld.
2. Het valt me op dat ik in deze tekst best vaak het woord 'populair' gebruik. Iedere keer dat ik dat typte, moest ik opletten dat ik niet per ongeluk 'populier' schreef. Dat heb ik anders nooit! Het zal wel door het onderwerp van het verhaal komen.
Er zijn in Nederland ongeveer 3500 straten die genoemd zijn naar bomen. Van Dennenweg tot Kastanjesingel en van Wilgenstraat tot Esdoornhof. Er zijn ook mooie rijmende straatnamen zoals de Plataanlaan en de Eikdijk (niet te verwarren met de 'ijkdijk' van TNO). Met al die combinaties van voor- en achtervoegsel zijn er veel verschillende straatnamen te bedenken. Laten we eerst eens kijken welke bomen het vaakst vernoemd zijn.
De populairste boom in straatnamenland is de berk. Van alle bomenstraten in Nederland is ongeveer 12% genoemd naar de berk - dat zijn ongeveer 400 straten. Daarna komen de eik, de beuk en de meidoorn, met ieder ongeveer 10%. De top-10 bestaat verder uit de kastanje, de esdoorn, de acacia, de den, de populier en de spar. De linde en de wilg volgen op de voet, maar vallen net buiten de top-10. Is er een verklaring voor deze populariteit? De eik, de beuk en de berk zijn natuurlijk gewoon veelvoorkomende bomen die tot de klassiekers behoren. De meidoorn is als sierboom en heester misschien wel een beetje een vreemde eend in de bijt.
Dan de achtervoegsels. Is de -laan werkelijk zo populair in bomenland als je zou verwachten? Het antwoord is eenvoudig: ja, -laan is zonder twijfel het populairste achtervoegsel. Van alle bomenstraten in Nederland eindigt maar liefst 40% op 'laan'. De laan wordt op grote afstand gevolgd door de -straat (met 26%) en de -weg (met 6%). Opvallend is ook de nummer vier op de lijst: 5% van de bomenstraten heeft namelijk helemaal geen achtervoegsel! Die heten gewoon 'Acacia' of 'Meidoorn'. Op nummer vijf staat de -hof; een omheinde tuin met bomen, dat klinkt ook wel logisch. Met die top-5 hebben we al 83% van alle bomenstraten gehad. Verder hebben we - in volgorde van populariteit - ook nog wat dreven, pleinen, dijken, paden, parken en plantsoenen, maar de bijbehorende aantallen zijn nauwelijks het vermelden waard.
De berk en de laan winnen dus allebei hun klassement, maar is de Berkenlaan dan ook de winnaar in het combinatieklassement? Nee, want de winnaar in dat klassement is de Kastanjelaan, met de Eikenlaan en de Beukenlaan als nummers twee en drie. Pas daarna komt de Berkenlaan - een eervolle vierde plaats, maar net geen medaille. Op de vijfde en zesde plaats komen de eerste niet-lanen: de Meidoornstraat en de Esdoornstraat. De top-10 wordt verder volgemaakt met de Meidoornlaan, de Esdoornlaan, de Acacialaan en de Wilgenstraat. Van deze top-10 is de Wilgenstraat trouwens de eerste op de lijst die minder dan 100 keer voorkomt in Nederland.
De Lindelaan en de Larikslaan verdienen nog een bijzondere vermelding. Van alle straten die naar de linde zijn genoemd, is namelijk 60% een -laan. Bij de lariks ligt dat percentage op bijna 40%. Dat is toch bijzonder bovengemiddeld. Zou dat puur vanwege de alliteratie komen? 'Larikslaan' en 'Lindelaan' klinken allebei natuurlijk wel lekker. En lindes doen het in het algemeen prima langs een laan. Misschien dat het bekende zinnetje "Lientje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan" ook nog heeft bijgedragen aan de populariteit van de Lindelaan. Als allitereren zo populair is in straatnamenland, dan zou je verwachten dat er ook meer Populierenpaden, Peppelparken en Sparsingels zijn, maar die komen in het hele land niet voor.
Mijn onderzoek is natuurlijk puur taalkundig. Ik heb niet gekeken of er wel bomen in die bomenstraten staan. En dus al helemaal niet of dat wel de bomen zijn waar de straat naar genoemd is. De vraag of er in alle Lindelanen in Nederland ook echt lindes staan, kan ik met dit onderzoek dus niet beantwoorden. Bij oude Lindelanen ligt dat overigens wel voor de hand; die kregen nou eenmaal vaak die naam omdat er lindes stonden. Zo ging dat vroeger. Maar sinds de introductie van de 'bomenwijk' waar de boom slechts als thema voor de straatnamen in de wijk werd gebruikt, is het wat minder waarschijnlijk dat in een bomenstraat ook de bijbehorende bomen staan. Tegenwoordig gaat het misschien juist wel andersom: dat men lindes langs een laan plaatst, omdat die Lindelaan heet.
1. Voor dit onderzoek heb ik alle voorvoegsels bij elkaar geteld die voor mijn gevoel ook bij elkaar horen, en dat heb ik bij de achtervoegsels ook gedaan. Enkelvouds- en meervoudsvormen (zoals Wilgkade en Wilgendijk bij de wilg) heb ik bij elkaar opgeteld, net als spellingsvarianten (zoals 'lariks' en 'larix') en gewone en verkleiningsvormen (zoals Wilgendijk en Berkendijkje bij de dijken). In Nieuwerkerk aan den IJssel is een Burgemeester Van de Lindelaan. Ik weet niet of die burgemeester een boom van een vent was, maar die straatnaam heb ik toch maar niet meegeteld.
2. Het valt me op dat ik in deze tekst best vaak het woord 'populair' gebruik. Iedere keer dat ik dat typte, moest ik opletten dat ik niet per ongeluk 'populier' schreef. Dat heb ik anders nooit! Het zal wel door het onderwerp van het verhaal komen.
Reacties
http://nl.wikipedia.org/wiki/Boompjes