Als je de hoop koestert dat er ooit nog eens een straat naar je genoemd wordt, moet je je eerst eens afvragen of je naam zich daar wel voor leent. Niet alle achternamen zijn even geschikt om voor een straatnaam gebruikt te worden. Een straatnaam moet bijvoorbeeld niet al te ingewikkeld zijn, want anders wordt het lastig om hem uit te spreken of op te schrijven. En een straatnaam mag ook geen verwarring opleveren met andere straatnamen in dezelfde stad of dorp. Heet je bijvoorbeeld 'Nachtegaal' van achter en is er in jouw stad ook al een vogelbuurt, dan is de kans op een vernoeming klein.
Bij het toekennen van straatnamen wordt per wijk vaak een thema gebruikt. Een heleboel steden en dorpen hebben wel een schilderswijk, waar allerlei vaderlandse schilders in de straatnamen vereeuwigd zijn. Een bekende kunstschilder uit de zeventiende eeuw is Jan Steen. Hij is vooral bekend door zijn schilderijen van huiselijke taferelen. Het 'huishouden van Jan Steen' is zelfs spreekwoordelijk geworden. Jan Steen wordt zo gewaardeerd dat er in allerlei plaatsen een straat naar heb genoemd is. Zo is er bijvoorbeeld een Jan Steenstraat in Den Haag, Meppel, Kerkrade, Den Bosch, Deventer en Zutphen.
In Boxmeer hebben ze ook een schilderswijk, maar daar hebben ze geen straat naar de beroemde Jan Steen genoemd. Vonden ze zijn schilderijen daar niet goed genoeg? Nee, dat is het probleem niet. Het is heel eenvoudig: in Boxmeer hadden ze al een Steenstraat. In het centrum van het dorp ligt een straat die ooit - lang geleden - als eerste werd verhard. Die straat werd in de volksmond de 'Steenstraat' genoemd, en die naam is later officieel vastgesteld. Toen later de schilderswijk werd aangelegd, was er geen plek voor nog een Steenstraat, want dat zou alleen maar verwarrend zijn. Zelfs als er bij een van de twee nog 'Jan' voor zou staan. Jammer voor Jan Steen.
Dat Arnhem ook een Steenstraat heeft, weten we allemaal uit het Monopoly-spel. Het zal ongetwijfeld vanwege die naam zijn dat er ook in Arnhem geen Jan Steenstraat is in de schilderswijk. Maar in het centrum van Arnhem ligt ook een Rijnstraat. Betekent dat dat er in Arnhem ook geen straat naar Rembrandt van Rijn is genoemd - een van de grootste Hollandse meesters? Een schilderswijk zonder Rembrandt van Rijnstraat, dat lijkt toch haast onmogelijk. Gelukkig is er ook in Arnhem gewoon een straat naar hem genoemd: de Rembrandtlaan. Voor sommige mensen is de voornaam blijkbaar al genoeg. En de kans op verwarring met de Rijnstraat is minimaal. Voor Jan Steen was dat echter geen oplossing. Niet alleen omdat zijn voornaam wat minder onderscheidend is dan die van Rembrandt, maar ook omdat er in Arnhem al een Jansstraat is. Daar houdt het dus echt op voor Jan Steen.
Je hebt dus de meeste kans op vernoeming als je een makkelijke achternaam hebt, die niet ook een veelgebruikte andere betekenis heeft. Jozef Israels - ook een schilder - hoeft niet te hopen op een straatnaam als er al een wijk met landennamen is waar ook een Israelstraat loopt. Frans Hals kan een plekje in de schilderswijk wel vergeten als er in de stad ook straten naar lichaamsdelen of onderdelen van een gitaar zijn genoemd. Voor Ferdinand Bol houdt het allemaal op als er ook al een wijk is waar de straatnamen naar ruimtelijke figuren genoemd zijn. Zij kunnen jaloers zijn op collega's zoals Meindert Hobbema, Peter Paul Rubens en Gabriël Metsu; met die namen is de kans op verwarring klein. Hun namen kun je dan ook in bijna iedere schilderswijk tegenkomen.
Het is overigens niet voldoende om een duidelijke en unieke achternaam te hebben. Als je wilt dat er een straat naar je vernoemd wordt, moet je ook nog iets presteren waar je veel mensen mee helpt of blij mee maakt. De grootste kans heb je in de sport, cultuur of politiek. Maar als je 'Steen' van achter heet, hoef je daar dus niet eens aan te beginnen.
Bij het toekennen van straatnamen wordt per wijk vaak een thema gebruikt. Een heleboel steden en dorpen hebben wel een schilderswijk, waar allerlei vaderlandse schilders in de straatnamen vereeuwigd zijn. Een bekende kunstschilder uit de zeventiende eeuw is Jan Steen. Hij is vooral bekend door zijn schilderijen van huiselijke taferelen. Het 'huishouden van Jan Steen' is zelfs spreekwoordelijk geworden. Jan Steen wordt zo gewaardeerd dat er in allerlei plaatsen een straat naar heb genoemd is. Zo is er bijvoorbeeld een Jan Steenstraat in Den Haag, Meppel, Kerkrade, Den Bosch, Deventer en Zutphen.
In Boxmeer hebben ze ook een schilderswijk, maar daar hebben ze geen straat naar de beroemde Jan Steen genoemd. Vonden ze zijn schilderijen daar niet goed genoeg? Nee, dat is het probleem niet. Het is heel eenvoudig: in Boxmeer hadden ze al een Steenstraat. In het centrum van het dorp ligt een straat die ooit - lang geleden - als eerste werd verhard. Die straat werd in de volksmond de 'Steenstraat' genoemd, en die naam is later officieel vastgesteld. Toen later de schilderswijk werd aangelegd, was er geen plek voor nog een Steenstraat, want dat zou alleen maar verwarrend zijn. Zelfs als er bij een van de twee nog 'Jan' voor zou staan. Jammer voor Jan Steen.
Dat Arnhem ook een Steenstraat heeft, weten we allemaal uit het Monopoly-spel. Het zal ongetwijfeld vanwege die naam zijn dat er ook in Arnhem geen Jan Steenstraat is in de schilderswijk. Maar in het centrum van Arnhem ligt ook een Rijnstraat. Betekent dat dat er in Arnhem ook geen straat naar Rembrandt van Rijn is genoemd - een van de grootste Hollandse meesters? Een schilderswijk zonder Rembrandt van Rijnstraat, dat lijkt toch haast onmogelijk. Gelukkig is er ook in Arnhem gewoon een straat naar hem genoemd: de Rembrandtlaan. Voor sommige mensen is de voornaam blijkbaar al genoeg. En de kans op verwarring met de Rijnstraat is minimaal. Voor Jan Steen was dat echter geen oplossing. Niet alleen omdat zijn voornaam wat minder onderscheidend is dan die van Rembrandt, maar ook omdat er in Arnhem al een Jansstraat is. Daar houdt het dus echt op voor Jan Steen.
Je hebt dus de meeste kans op vernoeming als je een makkelijke achternaam hebt, die niet ook een veelgebruikte andere betekenis heeft. Jozef Israels - ook een schilder - hoeft niet te hopen op een straatnaam als er al een wijk met landennamen is waar ook een Israelstraat loopt. Frans Hals kan een plekje in de schilderswijk wel vergeten als er in de stad ook straten naar lichaamsdelen of onderdelen van een gitaar zijn genoemd. Voor Ferdinand Bol houdt het allemaal op als er ook al een wijk is waar de straatnamen naar ruimtelijke figuren genoemd zijn. Zij kunnen jaloers zijn op collega's zoals Meindert Hobbema, Peter Paul Rubens en Gabriël Metsu; met die namen is de kans op verwarring klein. Hun namen kun je dan ook in bijna iedere schilderswijk tegenkomen.
Het is overigens niet voldoende om een duidelijke en unieke achternaam te hebben. Als je wilt dat er een straat naar je vernoemd wordt, moet je ook nog iets presteren waar je veel mensen mee helpt of blij mee maakt. De grootste kans heb je in de sport, cultuur of politiek. Maar als je 'Steen' van achter heet, hoef je daar dus niet eens aan te beginnen.
Reacties