Dorstige Smid, Mickey Mousestraat, Kerstomaatplantsoen. Tussen alle vragen die mensen me stellen over straatnamen, komen twee vragen iedere keer weer terug: wie bedenkt toch al die nieuwe straatnamen en wat voor regels gelden daarbij?
Het vaststellen van straatnamen is een taak van de gemeente - het gebeurt in het algemeen door het College van B&W. Veel gemeentes hebben een speciale straatnaamcommissie, die advies uitbrengt aan het College. In de commissie zitten deskundigen met verschillende achtergronden, zoals een stadshistoricus en een stedenbouwkundige. De manier waarop in een gemeente de straatnamen worden vastgesteld, is vastgelegd in een 'Verordening Straatnaamgeving en huisnummering'. In die verordening kan een gemeente ook richtlijnen voor de straatnamen opnemen, maar dat is niet verplicht. Het kan ook zijn dat de straatnaamcommissie ongeschreven regels hanteert.
Er is dus niet één vaste lijst met regels waar alle straatnamen in Nederland aan moeten voldoen. Maar als je kijkt welke regels de verschillende gemeentes hanteren, dan kun je wel een lijst met veelgebruikte richtlijnen maken. En dat is precies wat ik hieronder ga doen.
Herkenbaarheid
Straatnamen moeten duidelijk en herkenbaar zijn.
Straatnamen worden gebruikt om elkaar de weg te wijzen en ervoor te zorgen dat alles en iedereen precies uitkomt waar hij moet zijn.
Een bijzondere categorie wordt gevormd door de straatnamen die naar personen zijn genoemd. Het is mooi om mensen die iets bijzonders hebben gepresteerd met een straatnaam te vereren en zo voor eeuwig voort te laten leven, maar daarbij moet je wel zorgvuldig zijn.
Met deze regels hebben de straatnaamcommissies nog steeds behoorlijk wat vrijheid. Uiteindelijk komt het ook gewoon op gezond verstand aan. Bedenk of een mooie straatnaam die je bedacht hebt over vijftig jaar nog steeds zo mooi is, en vraag je af of je zelf in een straat met die naam zou willen wonen. Als het antwoord op een van die twee vragen "nee" is, dan is het blijkbaar toch niet zo'n goede straatnaam.
Dubbeleworststeeg, Hoerejacht, Eendenkotsweg, Poepershoek. Op lijstjes met rare straatnamen staan vaak van dat soort namen. Zijn die allemaal ooit door een straatnaamcommissie bedacht? Nee, het gaat hier meestal om historische namen uit een tijd dat de straatnamen niet door een commissie werden bedacht maar gewoon in de volksmond ontstonden. Dat was een tijd dat er écht nog geen regels voor straatnamen waren.
Er is dus niet één vaste lijst met regels waar alle straatnamen in Nederland aan moeten voldoen. Maar als je kijkt welke regels de verschillende gemeentes hanteren, dan kun je wel een lijst met veelgebruikte richtlijnen maken. En dat is precies wat ik hieronder ga doen.
Herkenbaarheid
Straatnamen moeten duidelijk en herkenbaar zijn.
- Men streeft naar samenhang in de naamgeving van straten die bij elkaar in de buurt liggen. Voor wijken wordt daarom vaak een overkoepelend thema gehanteerd voor alle straatnamen. Zo komt men op de schilderswijk, de zeeheldenbuurt en de bomenbuurt. Als iemand je vraagt waar de Kastanjelaan is en je weet niet waar die ligt maar je weet wel waar de Eikenlaan is, dan kun je hem waarschijnlijk toch wel ongeveer de goede kant op sturen. Zo'n thema maakt het dus makkelijker om je in de stad te oriënteren. Wanneer in een bestaande wijk nieuwe wegen worden aangelegd, is het soms een uitdaging om nieuwe namen te vinden die binnen het bestaande thema passen. Je ziet tegenwoordig trouwens ook wel dat men in een wijk voor samenhang in de straatnaamgeving zorgt door alle straten hetzelfde achtervoegsel te geven, zoals -kruid, -borg of -akker.
- Het is niet handig als straatnamen te veel op elkaar lijken, dus dat probeert men altijd te voorkomen. Ik heb eerder al eens geschreven hoe verwarrend het kan zijn als er in één stad een Kalverstraat en een Klaverstraat is. Het is onhandig als je daardoor te laat op een afspraak komt, als je pizza te laat wordt bezorgd of de post op het verkeerde adres wordt afgeleverd, maar het kan zelfs levens kosten als de ziekenwagen of de brandweer naar de verkeerde straat rijdt. Als er al een Steenstraat in een gemeente is, is dat een goede reden om in de schilderswijk niet ook nog een Jan Steenstraat erbij te nemen. Door gemeentelijke herindeling kan het zijn dat er ineens twee identieke straatnamen binnen een gemeente liggen; vaak kiest men er dan voor om zo snel mogelijk één van de twee te hernoemen.
- Men probeert straatnamen altijd zo te kiezen dat het achtervoegsel goed past bij het soort straat. Een klein smal straatje noem je geen -boulevard en een drukke brede weg geen -steeg. Sommige gemeentes hebben zelfs definities vastgelegd waar een straat aan moet voldoen voor die -hof, -plantsoen of -singel mag heten. Je ziet tegenwoordig steeds meer straatnamen zonder achtervoegsel. Dat is heel modern, maar zo'n naam is zonder achtervoegsel wel veel minder duidelijk herkenbaar als straatnaam. In Amsterdam hebben ze daarom bepaald dat het gebruik van achtervoegsels altijd de voorkeur heeft.
Straatnamen worden gebruikt om elkaar de weg te wijzen en ervoor te zorgen dat alles en iedereen precies uitkomt waar hij moet zijn.
- Je moet zonder misverstanden met of over een straatnaam kunnen communiceren. Een straatnaam moet dus makkelijk te schrijven zijn en duidelijk verstaanbaar zijn. Als iemand je een straatnaam vertelt, zou je die eenvoudig foutloos op moeten kunnen schrijven. Om die reden kiest men in het algemeen namen met een eenvoudige spelling. Dat verklaart waarom er zo weinig straten zijn genoemd naar de componist Hacquart, wiskundige Boussinesq of freule Wttewaal van Stoetwegen ("da's met wee-tee-tee..."). AT5 maakte onlangs een leuke reportage over de uitspraak van wat moeilijke gevallen zoals de Nepveustraat en de Carolina Maggie... Maggilaverij... Macgillavrylaan.
- Nieuwe straatnamen worden bij voorkeur geschreven volgens de huidige spellingsregels. Als een straatnaam wordt genoemd naar een historische naam die op verschillende manieren geschreven kan worden, dan gebruikt men de spellingsvariant die het dichtst bij de huidige spelling ligt. In Rotterdam ligt bijvoorbeeld de Aleyda van Raephorstlaan - het was makkelijker geweest als men dat gewoon de Aleida van Raaphorstlaan had genoemd. Nou veranderen die spellingsregels nog wel eens en daardoor bestaan er straatnamen die op het moment van vaststellen nog aan de toen geldende spellingsregels voldeden, maar niet meer aan de spellingsregels die we nu hanteren. Er zijn bijvoorbeeld tientallen plaatsen met een Lindenlaan, wat volgens de huidige regels een Lindelaan zou moeten zijn. Omdat het veel administratief gedoe en kosten oplevert om straatnamen te veranderen (bedrijven moeten nieuw briefpapier en zo, en alle bewoners moeten adreswijzigingen gaan sturen), kiest men er meestal voor om een in het verleden vastgestelde straatnaam gewoon te houden zoals die is.
- Als een straatnaam langer is dan 24 tekens, moet deze in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) worden ingekort volgens de inkortingsregels van de zogenaamde BOCO-norm (BOCO is de Bestuurlijke Overleg Commissie Overheidsinformatisering). Vandaar dat veel gemeentes maar gewoon als regel hebben opgenomen dat een nieuwe straatnaam niet langer dan 24 tekens mag zijn, want dan hoef je ook niet na te denken hoe je die naam in moet korten. En dat is wel handig, want die lange namen zijn misschien wel mooi maar helemaal niet handig in het gebruik. Korte straatnamen passen veel makkelijker op een straatnaambord en zijn ook sneller in het voorbijrijden te lezen. De langste straatnaam van Nederland is trouwens de Burgemeester Baron van Voerst van Lyndenstraat in Gramsbergen; dat wordt officieel ingekort tot Burg Bar v V v Lyndenstr... dat is lekker duidelijk.
- Bij het kiezen van nieuwe straatnamen probeert men rekening te houden met verhaspelingen, en dubbelzinnigheden zo veel mogelijk te voorkomen. In plaatsen met een Kanaalstraat of Kanaaldijk komt het nog wel eens voor dat kwajongens op het straatnaambordje de K wegpoetsen - hihi. Straatnamen zoals Pijperstraat en Wipperplein zullen tegenwoordig niet vaak meer worden vastgesteld. Zou men zich in 1975 in Haarlem bij het vaststellen van de naam Voortingsplantsoen hebben gerealiseerd dat dat wel erg aan voortplanting doet denken?
Een bijzondere categorie wordt gevormd door de straatnamen die naar personen zijn genoemd. Het is mooi om mensen die iets bijzonders hebben gepresteerd met een straatnaam te vereren en zo voor eeuwig voort te laten leven, maar daarbij moet je wel zorgvuldig zijn.
- Natuurlijk komen alleen aansprekende en vooraanstaande personen in aanmerking, die onomstreden zijn, een goede reputatie hebben, en liefst ook nog een verdienstelijke bijdrage hebben geleverd aan de gemeenschap. Zo komt men vaak op thema's zoals het koningshuis, erflaters (schrijvers, dichters, schilders, wetenschappers), sporthelden en ingenieurs, en lokale helden zoals burgemeesters, geestelijken en schoolmeesters. Als een straat naar een persoon wordt genoemd moet het verleden van die persoon altijd goed onderzocht worden om zeker te weten dat de persoon werkelijk onomstreden is, en er geen smet op de naam rust.
- Er worden in principe geen straten genoemd naar personen die nog in leven zijn. Je kunt nog zo goed onderzoeken of iemand onomstreden is en een goed leven heeft geleid, maar als je met de vernoeming wacht tot de persoon overleden is, weet je zeker dat die ook nooit meer iets fouts zal doen. In veel gemeentes is deze regel nog scherper gesteld: er mag daar pas een straat naar een persoon worden genoemd als deze bijvoorbeeld vijf of zelfs tien jaar dood is. Als iemand al wat fout heeft gedaan tijdens zijn leven dan moet dat in die periode na zijn dood toch wel bekend zijn geworden. Op deze manier wordt bovendien voorkomen dat naar de waan van de dag gehandeld wordt; zonder deze regel zouden er naar verwachting veel meer straten naar Pim Fortuyn zijn genoemd. De regels maken vaak een speciale uitzondering voor leden van het koningshuis, want die zijn per definitie vooraanstaand en onomstreden. Sterker nog: bij de geboorte van nieuwe prinsjes of prinsesjes worden er vaak de dag erna al straten naar ze genoemd. In de praktijk worden er soms ook uitzonderingen gemaakt voor sporthelden, zoals Ranomi Kromowidjojo.
- Bij het vernoemen van straten naar personen moet erop worden gelet dat het soort weg wel past bij de persoon. Simpel gezegd: noem geen zandpad naar de koning en noem geen steeg naar een held. Dat is nog wel eens een probleem als er een nieuwe prinses geboren wordt of een sporter een gouden medaille haalt op de Olympische Spelen. Als je dan een straat naar die persoon wilt noemen, moet er nog maar net een mooie straat beschikbaar zijn die nog geen naam heeft. Er zijn gemeentes die om die reden hun bruggen, plantsoenen en rotondes onbenoemd laten, zodat die later als zich een gelegenheid aandient gemakkelijk naar een nieuwe held kunnen worden genoemd.
- In het verleden zijn er veel meer straten naar mannen genoemd dan naar vrouwen. Vandaar dat sommige gemeentes de regel hanteren dat bij gelijke geschiktheid de vrouw voor gaat.
- Er zijn gemeentes die als richtlijn hebben dat ze liever straten naar personen noemen dan naar dingen. Het idee daarbij is dat het mooier is om de herinnering aan bijzondere personen levend te houden dan straten te noemen naar ambachtsattributen, scheepsonderdelen of andere objecten. Omdat het kiezen van geschikte personen soms zo veel tijd kost, heeft men in in andere gemeentes besloten om juist géén straten naar personen te noemen. Dan hoef je namelijk ook geen onderzoek te doen of iemand wel netjes geleefd heeft, je krijgt ook nooit protest van mensen die juist een hekel aan de persoon hadden, en je hoeft ook nooit uit te leggen waarom je naar de ene persoon wel een straat noemt en naar een andere niet. Elk nadeel heeft zijn voordeel, en het is maar net wat je als gemeente belangrijk vindt.
Met deze regels hebben de straatnaamcommissies nog steeds behoorlijk wat vrijheid. Uiteindelijk komt het ook gewoon op gezond verstand aan. Bedenk of een mooie straatnaam die je bedacht hebt over vijftig jaar nog steeds zo mooi is, en vraag je af of je zelf in een straat met die naam zou willen wonen. Als het antwoord op een van die twee vragen "nee" is, dan is het blijkbaar toch niet zo'n goede straatnaam.
Dubbeleworststeeg, Hoerejacht, Eendenkotsweg, Poepershoek. Op lijstjes met rare straatnamen staan vaak van dat soort namen. Zijn die allemaal ooit door een straatnaamcommissie bedacht? Nee, het gaat hier meestal om historische namen uit een tijd dat de straatnamen niet door een commissie werden bedacht maar gewoon in de volksmond ontstonden. Dat was een tijd dat er écht nog geen regels voor straatnamen waren.
Reacties
http://www.bol.com/nl/s/algemeen/zoekresultaten/Ntt/kees%2Bcrone/N/0/Nty/1/search/true/searchType/qck/defaultSearchContext/media_all/sc/media_all/index.html?_requestid=3178
Nee, 'Bedumer' moet met één m. Zo wordt het ook op andere plaatsen gemaakt. Het is vergelijkbaar met woorden als 'haviken' en 'monniken' die je met één k schrijft, omdat de klemtoon op de eerste lettergreep ligt.
Waarom zijn er zo bijzonder weinig straatnamen vernoemd naar de grootste wetenschappers? Ik vind dat echt heel verbazingwekkend. Denk aan Plato, Aristoteles, Galilei, Copernicus, Newton, Einstein en vooral heel bedroevend; Darwin.
Hans
Naar Einstein zijn op dit moment 76 straten genoemd, naar Newton ongeveer 60, naar Copernicus en Galilei ongeveer 30, naar Darwin en Plato circa 20, en naar Aristoteles 14. Daarmee scoren in ieder geval Einstein, Newton, Copernicus en Galilei niet heel slecht. Zie ter vergelijking het artikel Naar welke personen zijn de meeste straten genoemd?.
Dat is netjes maar zeker niet verplicht. Het zal per gemeente verschillen hoe men daarmee omgaat. Soms worden nabestaanden gevraagd bij de onthulling van het eerste straatnaambord, maar het komt net zo goed voor dat nabestaanden helemaal niet geïnformeerd worden.
De straten in die buurt zijn genoemd naar professoren. Deze straat is genoemd naar Gerbrand Bakker (1771-1828), hoogleraar geneeskunde, en dus niet naar de schrijver die jij noemt.