Straatnaamachtervoegsels zoals -straat, -weg en -steeg kennen we allemaal, maar het achtervoegsel -gas is veel minder bekend. Dat is niet vreemd: ondanks dat het een eeuwenoude aanduiding is, komt het in Nederland maar in de straatnamen van Ă©Ă©n stad voor. Typisch toch?
Het woord 'gas' (of 'gasse') kwam in de vijftiende eeuw al voor in het Nederlands met de betekenis 'onverharde weg'. Het Woordenboek der Nederlandse Taal noemt bij het woord enkele voorbeeldzinnen van P.C. Hooft, waaronder: "Mits dat de Koning deze gas insloegh, werdt hy den heer van Montigny gewaar". Het woord is verwant met het Duitse 'Gasse' (en het Oudhoogduits 'Gazza'), het Oudnoorse 'gata' en het Gotische 'gatvo'. Waarschijnlijk is het ook verwant met het woord 'gat' ('opening'), en daarmee ook met het achtervoegsel van zeestraten zoals het Kattegat tussen Denemarken en Zweden.
Maar goed, 'gas' was dus gewoon een aanduiding voor een weg, net als 'weg', 'pad' en 'steeg'. En daarmee was het woord ook beschikbaar om als achtervoegsel gebruikt te gaan worden. Een klein steegje naar de kerk kon je gewoon Kerkengas noemen. In het Duitse taalgebied is dat volop gebeurd. In Berlijn liggen bijvoorbeeld straten met namen zoals Schmale Gasse, Breite Gasse en BrĂ¼der-Grimm-Gasse. Een van de oudste - en tevens de kortste - straat van Berlijn is de Eiergasse; die straatnaam kwam in de Middeleeuwen al voor. Ook in Bonn liggen allerlei gassen, zoals de Giergasse die in 1359 al zo genoemd werd. In Wenen hebben ze ook tientallen gassen; ik kwam daar bijvoorbeeld de Gassergasse tegen (dat klinkt dubbelop, maar die straat is genoemd naar de kunstenaar Hanns Gasser).
In Duitsland en Oostenrijk liggen dus honderden gassen en daar kijkt niemand ervan op, maar in Nederland komen we in totaal niet verder dan 20. En die liggen ook nog eens bijna allemaal in Nijmegen. Omdat het er zo weinig zijn en er heel mooie namen tusen zitten, noem ik ze hier gewoon allemaal even: Arsenaalgas, Bezembindersgas, Duivengas, Gulden Wagengas, Hanengas, Kabelgas, Karrengas, Kerkegasje, Keumegas, Kronenburgergas, Lompenkramersgas, Mussengas, Ottengas, Papengas, Pepergas, Vijfringengas, Vinkegas en Vlaamsegas. Het zijn stuk voor stuk nauwe straatjes die in andere binnensteden waarschijnlijk het achtervoegsel -steeg zouden hebben gekregen. Ooit waren er in Nijmegen nog veel meer van dit soort gassen, maar die zijn in de loop der tijd allemaal verdwenen. Er ligt in Nijmegen overigens maar Ă©Ă©n -steeg: de Smallesteeg. Dat was echter geen smal straatje in de binnenstad, maar een weg op het platteland.
Hoe komt het dan dat die gassen juist in Nijmegen redelijk vaak voorkomen? Die vraag heb ik voorgelegd aan Rob Essers (van de Stratenlijst gemeente Nijmegen). Hij vertelde me dat het ongetwijfeld samenhangt met het feit dat Nijmegen een oude Duitse Keizerstad is. Keizer Hendrik VI is in 1165 ook in Nijmegen geboren. De dubbele adelaar en de keizerskroon in het stadswapen herinneren eraan dat Nijmegen een vrije rijksstad van het Heilige Roomse Rijk is geweest. En de gassen dus ook.
Het woord 'gas' (of 'gasse') kwam in de vijftiende eeuw al voor in het Nederlands met de betekenis 'onverharde weg'. Het Woordenboek der Nederlandse Taal noemt bij het woord enkele voorbeeldzinnen van P.C. Hooft, waaronder: "Mits dat de Koning deze gas insloegh, werdt hy den heer van Montigny gewaar". Het woord is verwant met het Duitse 'Gasse' (en het Oudhoogduits 'Gazza'), het Oudnoorse 'gata' en het Gotische 'gatvo'. Waarschijnlijk is het ook verwant met het woord 'gat' ('opening'), en daarmee ook met het achtervoegsel van zeestraten zoals het Kattegat tussen Denemarken en Zweden.
Maar goed, 'gas' was dus gewoon een aanduiding voor een weg, net als 'weg', 'pad' en 'steeg'. En daarmee was het woord ook beschikbaar om als achtervoegsel gebruikt te gaan worden. Een klein steegje naar de kerk kon je gewoon Kerkengas noemen. In het Duitse taalgebied is dat volop gebeurd. In Berlijn liggen bijvoorbeeld straten met namen zoals Schmale Gasse, Breite Gasse en BrĂ¼der-Grimm-Gasse. Een van de oudste - en tevens de kortste - straat van Berlijn is de Eiergasse; die straatnaam kwam in de Middeleeuwen al voor. Ook in Bonn liggen allerlei gassen, zoals de Giergasse die in 1359 al zo genoemd werd. In Wenen hebben ze ook tientallen gassen; ik kwam daar bijvoorbeeld de Gassergasse tegen (dat klinkt dubbelop, maar die straat is genoemd naar de kunstenaar Hanns Gasser).
In Duitsland en Oostenrijk liggen dus honderden gassen en daar kijkt niemand ervan op, maar in Nederland komen we in totaal niet verder dan 20. En die liggen ook nog eens bijna allemaal in Nijmegen. Omdat het er zo weinig zijn en er heel mooie namen tusen zitten, noem ik ze hier gewoon allemaal even: Arsenaalgas, Bezembindersgas, Duivengas, Gulden Wagengas, Hanengas, Kabelgas, Karrengas, Kerkegasje, Keumegas, Kronenburgergas, Lompenkramersgas, Mussengas, Ottengas, Papengas, Pepergas, Vijfringengas, Vinkegas en Vlaamsegas. Het zijn stuk voor stuk nauwe straatjes die in andere binnensteden waarschijnlijk het achtervoegsel -steeg zouden hebben gekregen. Ooit waren er in Nijmegen nog veel meer van dit soort gassen, maar die zijn in de loop der tijd allemaal verdwenen. Er ligt in Nijmegen overigens maar Ă©Ă©n -steeg: de Smallesteeg. Dat was echter geen smal straatje in de binnenstad, maar een weg op het platteland.
Hoe komt het dan dat die gassen juist in Nijmegen redelijk vaak voorkomen? Die vraag heb ik voorgelegd aan Rob Essers (van de Stratenlijst gemeente Nijmegen). Hij vertelde me dat het ongetwijfeld samenhangt met het feit dat Nijmegen een oude Duitse Keizerstad is. Keizer Hendrik VI is in 1165 ook in Nijmegen geboren. De dubbele adelaar en de keizerskroon in het stadswapen herinneren eraan dat Nijmegen een vrije rijksstad van het Heilige Roomse Rijk is geweest. En de gassen dus ook.
Reacties
Ja, dat 'gats' zal ongetwijfeld verwant zijn! Dat achtervoegsel komt in Limburg ongeveer 20 keer voor, en dan vooral in het zuiden.
En de 'steeg' kwam oorspronkelijk inderdaad op het platteland voor. Zie het artikel Etymologie van de straat.
(nu ja: Kijk in't Jat).
Pernille.
Zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/Gang_(steeg)
Leeuwarden kent een Krommejat
en Grijpskerk een Tarjat
Bert